In 1963 werden door het bedrijf Shell-Mex and BP fondsen vrijgemaakt voor de huur van een helikopter die een arts naar de plaats van een ongeluk kon vervoeren en eventueel ook een patiënt naar het ziekenhuis kon brengen. Omdat de TT van Man de opening van het 500cc-seizoen was, volgde hier het debuut van het Gilera-team van oud-coureur Geoff Duke, Scuderia Duke. Ook Yamaha kwam voor het eerst naar Europa met de 250cc-RD 56. Mitsuo Itoh werd de eerste Japanse coureur die een race in de TT won. Na het succes in 1962 werd de 50 cc TT met een ronde uitgebreid.
Jim Redman's Honda RC 171 dateerde feitelijk van 1962, maar was nog steeds goed voor de overwinning. Dat gaf ook wel de armoede in de 350cc-klasse aan. De Gilera 350 4C van tweede man John Hartle dateerde uit 1957.
Het debuut van de Yamaha RD 56 tweecilinder tweetakt was indrukwekkend. Fumio Ito, die nog nooit op het eiland Man gereden had, ging een heftige strijd aan met Jim Redman op de Honda RC 163. Redman won, Ito werd tweede en Bill Smith, voor de gelegenheid ook uitgerust met een Honda, werd derde voor Hiroshi Hasegawa met de tweede RD 56.
In de Lightweight 125 TT kwam een groot aantal van deze Honda CR 93-productieracers aan de start. Honda gaf deze machine op voor 16,5 pk, maar handige tuners konden er 20 tot 22 pk uit halen. De RC 143-fabrieksracer leverde 24 pk en de Suzuki RT 63-fabrieksracer leverde 26 pk.
↑De "Sheene Special" was een 50cc-racer die was ontwikkeld door Frank Sheen, de vader van Barry. Het was oorspronkelijk een Itom die sinds 1955 steeds werd doorontwikkeld, maar in 1963 had het Spaanse merk Ducson een motor ter beschikking gesteld.
↑ abHonda liet de 50cc-klasse schieten. Het verscheen pas in de GP van Japan aan de start.
↑Claude Lambert was in een touw geklommen. Toen dat brak, brak hij een dijbeen. Omdat er toch niet in Man gereden werd ging Gottfried Rüfenacht een weddenschap aan. Hij voer met een bootje op de Avre, maar door de stroming bij de samenkomst met de Rhône sloeg de boot om. Rüfenacht, die niet kon zwemmen, verdronk.