Category:Dutch terms suffixed with -lijk
Jump to navigation
Jump to search
Newest and oldest pages |
---|
Newest pages ordered by last category link update: |
Oldest pages ordered by last edit: |
Dutch terms ending with the suffix -lijk.
Terms are placed in this category using {{af|nl|base|-lijk}}
or {{affix|nl|base|-lijk}}
(or the more specific and less-preferred equivalents {{suf}}
or {{suffix}}
), where base
is the base lemma from which this term is derived.
Top – A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z |
Pages in category "Dutch terms suffixed with -lijk"
The following 200 pages are in this category, out of 325 total.
(previous page) (next page)A
- aanbiddelijk
- aandoenlijk
- aanhankelijk
- aanhoudelijk
- aanlokkelijk
- aanmerkelijk
- aannemelijk
- aanschouwelijk
- aansprakelijk
- aanstekelijk
- aanstotelijk
- aantrekkelijk
- aanvankelijk
- aanzienlijk
- aartsbisschoppelijk
- aartsvaderlijk
- abusievelijk
- achterlijk
- adellijk
- aderlijk
- afgrijselijk
- afhankelijk
- afschuwelijk
- afstandelijk
- afzichtelijk
- afzonderlijk
- ambachtelijk
- ambtelijk
- appetijtelijk
- armoediglijk
- avondlijk
- avontuurlijk
B
- baarlijk
- bangelijk
- bedenkelijk
- bedriegelijk
- bedrieglijk
- begeerlijk
- behaaglijk
- behoorlijk
- bekoorlijk
- belachelijk
- beminnelijk
- bepaaldelijk
- berispelijk
- besmettelijk
- bespottelijk
- bestuurlijk
- betamelijk
- betrekkelijk
- betreurlijk
- bevattelijk
- bevindelijk
- bevorderlijk
- beweeglijk
- bewerkelijk
- bezittelijk
- bezwaarlijk
- bijvoeglijk
- bijwoordelijk
- bisschoppelijk
- blijdelijk
- boertelijk
- boertiglijk
- bovennatuurlijk
- broederlijk
- burgerlijk