voluptueus
Uiterlijk
- Geluid: voluptueus (hulp, bestand)
- vo·lup·tu·eus
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘wulps’ voor het eerst aangetroffen in 1548 [1]
- afgeleid van het Franse voluptueux (met het achtervoegsel -eus) of daarvoor van het Latijnse 'voluptuosus' (aangenaam, genotvol) [2] [3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | voluptueus | voluptueuzer | voluptueust |
verbogen | voluptueuze | voluptueuzere | voluptueuste |
partitief | voluptueus | voluptueuzers | - |
voluptueus
- op zodanige wijze mollig en voorzien van rondingen dat het wellustige gevoelens opwekt
1. mollig en voorzien van rondingen
- Het woord voluptueus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voluptueus" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "voluptueus" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ voluptueus op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be