moe

Niet te verwarren met: мое

• Geluid:  moe    (hulp, bestand)
• IPA: / mu / (1 lettergreep); /muː/

• moe

• zn: (verkorting) van moeder ^[1][2]
• bn: erfwoord via Middelnederlands moede van Oudnederlands muothi, in de betekenis van ‘vermoeid’ aangetroffen vanaf 1100 ^{[3] [4] [5]}

de moe v

1. (informeel) liefkozende benaming voor vrouwelijke ouder

   • (…) de naaikransjes, picknicks en vakanties met pa en moe maken plaats voor schoolclubs, fuiven en vakanties met vriendinnen (…) ^[6]

• ma, mama

• pa

moe

1. geneigd tot rusten of slapen, afgemat

   • Hij was moe van al het werk. 

   ▸ Ik ging er even voor zitten, ik was moe en had nog maar een halve fles water over, dit was geen moment om een foute beslissing te nemen.^[7]

• moê

• moede, vermoeid, lodderig, slaperig, uitgeput

• (intensivering) doodmoe, hondsmoe
• coronamoe, klavermoe, levensmoe, oorlogsmoe

• moegestreden, moeheid

• moe maar voldaan

•  Ik had al 12 dagen niet gedoucht en kwam moe maar voldaan aan in de stad South Lake Tahoe om eindelijk weer eens uit te rusten. ^[8] 

• Het woord moe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "moe" herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

moe

1. moeder