lijfeigene
Uiterlijk
- Geluid: lijfeigene (hulp, bestand)
- lijf·ei·ge·ne
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lijfeigene | lijfeigenen |
verkleinwoord | - | - |
- (geschiedenis) (leenstelsel) iemand die met het lijf een meester toebehoort: een onvrije, slaaf of horige
- De vader van Peter Kropotkin was de eigenaar van ongeveer 1200 mannelijke lijfeigenen en ongeveer evenveel vrouwen. De eigenaar van de lijfeigenen was diegene die besloot wie met wie trouwde, waardoor veel gedwongen huwelijken gesloten werden. Ook kwam het vaak voor dat lijfeigenen werden verkocht of vergokt
- Het woord lijfeigene staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lijfeigene" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ lijfeigene op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be