leenstelsel
Uiterlijk
- Geluid: leenstelsel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlenstɛlsəl / (3 lettergrepen)
- leen·stel·sel
- samenstelling van leen ww en stelsel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leenstelsel | leenstelsels |
verkleinwoord | leenstelseltje | leenstelseltjes |
het leenstelsel o
- (geschiedenis) (politiek) staatsvorm gebaseerd op een hiërarchie waarvan de leden elkaar eden van trouw zweren
- In de middeleeuwen was het leenstelsel de standaard in Europa.
- (onderwijs) (Nederland) vorm van studiefinanciering door de overheid die studenten later moeten terugbetalen
- ▸ In 2015 werd het leenstelsel ingevoerd. Dit betekent dat studenten die een hbo- of wo-opleiding volgen, de studiefinanciering alleen nog maar kunnen lenen.[1]
1. staatsvorm
- Het woord leenstelsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leenstelsel" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Totale studieschuld in Nederland opgelopen tot ruim 24 miljard euro” (24 november 2021) op nu.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Geschiedenis in het Nederlands
- Politiek in het Nederlands
- Onderwijs in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %