gezegde

• Geluid:  gezegde    (hulp, bestand)

• ge·zeg·de

• In de betekenis van ‘spreekwijze’ voor het eerst aangetroffen in 1785 ^[1]
• afgeleid van gezegd met het achtervoegsel -e

het gezegde o

1. (taalkunde) een vaste idiomatische verbinding met een figuurlijke betekenis, maar zonder werkwoord

   • Wat is het verschil tussen een spreekwoord, een zegswijze en een gezegde?^[2] 

2. (grammatica) het geheel van alle werk- en naamwoorden in een zin die samen met het onderwerp de zinsbasis (zinskern) vormen

   • Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde. 

• [1] expressie
• [2] predicaat

• dankgezegde, naamwoordelijk deel van het gezegde, werkwoordelijk deel van het gezegde, onweersgezegde

• gezegdezin

• adagio, begrip, betuiging, bewoording, spreekwijze, uiting, zegswijze, zinswending

gezegde

1. verbogen vorm van gezegd, voltooid deelwoord van zeggen

gezegde

1. verbogen vorm van de stellende trap van gezegd ^[3]

• Het woord gezegde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gezegde" herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.