Naar inhoud springen

-alis

Uit WikiWoordenboek
Huidig
bestand
10
  • IPA: /-aːlɪs/

-ālis

  1. vormt bijvoeglijke naamwoorden van zelfstandige naamwoorden of hoofdtelwoorden.
    «mors → mortālis»
    dood → sterfelijk
    «duo → duālis»
    twee → tweevoud