Naar inhoud springen

Pteropus neohibernicus

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Pteropus neohibernicus
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2019)
Pteropus neohibernicus skelet
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Orde:Chiroptera (Vleermuizen)
Familie:Pteropodidae (Vleerhonden)
Geslacht:Pteropus
Soort
Pteropus neohibernicus
Peters, 1876
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Pteropus neohibernicus op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Zoogdieren

Pteropus neohibernicus is een vleermuis uit het geslacht Pteropus.

Samen met P. melanopogon is deze soort de grootste vleerhond in de omgeving, met een gewicht van tot 1,6 kg. De kleur van de vacht is meestal goudbruin, maar kan sterk verschillen van dier tot dier. De rug is maar spaarzaam behaard, zodat de zwarte huid te zien is. De bek is zeer lang en smal. Net als veel andere vleerhonden heeft dit dier geen staart. De kop-romplengte bedraagt 210 tot 330 mm, de voorarmlengte 165 tot 207 mm, de tibialengte 79 tot 94,2 mm, de achtervoetlengte 51,4 tot 59,1 mm, de oorlengte 20 tot 28,3 mm en het gewicht 725 tot 1500 g (gebaseerd op exemplaren uit Nieuw-Ierland en de Papoea-Nieuw-Guinese provincie Sandaun).

Net als andere vleerhonden leeft deze soort van fruit. Het dier is 's nachts actief; overdag slaapt het in grote koloniën.

Voortplanting

[bewerken | brontekst bewerken]

Over de voortplanting van deze soort is weinig bekend. Er zijn zwangere vrouwtjes gevonden in januari, vrouwtjes met zeer jonge jongen in december en vrouwtjes met oudere jongen in juni en augustus. De vleugelslagen maken een zeer luid geluid.

Deze soort komt voor op Nieuw-Guinea en de omliggende eilanden. Tot nu toe is het dier gevonden op de eilanden Gebe, Karkar, Lihir, Manus, Mioko, Nieuw-Brittannië, Nieuw-Ierland, Rambutyo, Sakar, Tabar, Umboi en Nieuw-Guinea zelf, waar het dier tot op 1000 m hoogte kan worden gevonden. Er bestaan twee ondersoorten: P. n. hilli Felten, 1961 op Manus en P. n. neohibernicus Peters, 1876 in de rest van het verspreidingsgebied. De populatie op Manus is in 1985 door een ziekte bijna uitgestorven.