Rudie Kagie
Author of Boudewijn Büch, verslag van een mystificatie
About the Author
Works by Rudie Kagie
De laatste kolonie : de Nederlandse antillen: afhankelijkheid, belastingprofijt en de geheime winsten (1982) 3 copies
Berichten uit Hollands gastenboek : over de werkomstandigheden van buitenlandse arbeiders (1987) 2 copies
Jantjes van Leiden 1 copy
Op eigen kracht: Zelfhulp en zelforganisatie in Nederland en West-Duitsland (Reeks proces-materiaal) (Dutch Edition) (1979) 1 copy
Associated Works
Tagged
Common Knowledge
- Birthdate
- 1950
- Gender
- male
- Nationality
- Netherlands
Members
Reviews
You May Also Like
Associated Authors
Statistics
- Works
- 26
- Also by
- 1
- Members
- 117
- Popularity
- #168,597
- Rating
- 3.8
- Reviews
- 3
- ISBNs
- 30
- Languages
- 1
Daar zit meteen een grote lacune in mijn kennis, want waar ik mijn vader (hij liet mij met de jazz kennismaken) inmiddels kan overdonderen met obscure namen uit de Amerikaanse jazzgeschiedenis, lepelde hij met droge ogen namen op als Cees See, Nedly Elstak en Tom Disselvelt. Dat waren artiesten waar ik nog nooit van had gehoord en dat doet mij beseffen dat ik nog steeds (tot mijn grote plezier overigens) maar weinig weet.
Kagie weet dat allemaal wel, want hij schrijft onder meer in het Jazz Bulletin over jazz. Onder de dertien portretten figureren ook bekendere namen als Chet Baker, Nina Simone, Misha Mengelberg en Willem Breuker, maar dus ook mij minder bekende helden als Leo de Ruiter, Tony Vos, Tom Disselvelt, Michel Samson en Nedly Elstak. Kid Dynamite liet wel een vaag belletje rinkelen, maar Kagie zet ze allemaal prachtig in de zon.
De verhalen liegen er ook niet om. Drummer Leo de Ruiter (1940-2002) was een begaafd musicus met een complex karakter. Vegetarisch verantwoord eten maar zuipen als een tempelier, een zacht karakter met agressieve aanvallen en een voorliefde voor occulte zaken en vuurwapens. Pianist Jan Huydts;
‘We speelden in Hannover in de Quelle, een jazzclub waar de muzikanten in een soort waterput zaten, met boven daaromheen een bar met publiek. Je kon erop wachten tot dit mis zou gaan. Na een drumsolo van Leo spoog iemand een fluim naar beneden, precies op het bekken. In een reflex trok Leo zijn pistool en schoot omhoog. Boem! – het liep gelukkig goed af.’
Dat is nog maar portret nummer één. Het volgende is dat van Theophilus Taldick ofwel Theo Deken (1939-2000), trompettist en leider van zijn eigen Big Ballad Boogie Blues Beat Bounce Bebop Band, waar pianist Louis van Dijk en saxofonist Hans Dulfer nog in gespeeld hebben. Het is niet zeker wanneer het slechter met Theo ging, maar muzikant en componist Clous van Mechelen (u weet wel, van de Grolsch-muziek) denkt dat het experimenteren met drugs de oorzaak was. Feit is dat Theo dakloos werd en ruim dertig jaar op straat heeft geleefd. Kagie verwoordt het mooi;
Theophilus Taldick werkte aan niet één plaatopname mee. Veel van door hem gecomponeerde bladmuziek ging verloren. Het aantal geluidsbanden die zijn unieke talent bewijzen, past in een sigarenkistje. Hij was de blues voorbij en zijn eigen solopartij geworden, een onthechte eenling die zichzelf had losgezongen van de roem en erkenning waar hij in zijn jonge jaren naar hunkerde.
Laverend door het boek komen we Tony Vos (1931) tegen, de gerespecteerde saxofonist (beluister dat vooral hier) die aan de slag ging als programmaleider bij omroep Veronica. Daar ontmoette hij zijn latere echtgenote Tineke de Nooij. Vos kreeg een zwaar auto-ongeluk en raakte in coma, maar overleefde en kwam terug, ook als muzikant. Hij tourde nog door de Verenigde Staten, maar trad ook op al muzikale clown in een circus in Normandië, Frankrijk. Wat een veelzijdige artiest.
Ik doe de ene ontdekking na de andere en drummer Cees See (1934-1985) is er één van. Volledig autodidact, getrouwd geweest met Corry Brokken, gek genoeg om 15 verdiepingen aan de buitenkant van een hotel omhoog te klimmen en nog gekker om niet mee te willen spelen met de legendarische drummer Art Blakey;
’s Avonds genoot hij in clubs van Dizzy Gillespie, Freddie Hubbard, Woody Herman, Herbie Hancock, Tony Williams en Art Blakey, die hem in The Village Vanguard uitnodigde om mee te spelen met zijn band. See ‘kreeg het zowat aan z’n hart en schudde van nee. Hij wilde liever luisteren en leren.’
Het zijn stuk voor stuk inspirerende verhalen en het voert te ver om alle artiesten hier te bespreken, maar de bassist Tom Disselvelt (1921-1989) wil ik er nog wel uitlichten. Een fenomenale bassist die leefde voor de muziek, maar verder gesloten en mysterieus was. Hij kwam rustig vijf minuten voor de voorstelling binnen, speelde en vetrok direct na afloop. Hij speelde bij het AVRO-orkest The Skymasters, pionierde met elektronische muziek, trad op met Wim Sonneveld maar was er na vijfhonderd voorstellingen ook helemaal klaar mee. Helaas kreeg hij longemfyseem en werd afgekeurd;
Op een gegeven moment werd hij, omdat zijn uitkering was verstreken en hij nog geen achtenvijftig was, te werk gesteld. Hij stond bij een kruispunt en moest tellen hoeveel auto’s er voobij kwamen. Daar was hij zo ongelooflijk verdrietig van.
Het is maar een kleine proeve van wat u in dit boek van 268 pagina’s aan verhalen aantreft. U wilt ook lezen over drummer Joop Korzelius die bij het Leger des Heils inwoonde, over het wispelturige karakter van Nina Simone en waarom presentator Hans van Willigenburg niet haar zoon is, dat Nedly Elstak figureert in Het Bureau van J.J. Voskuil en hoe Willem Breuker en Misha Mengelberg samen optrokken maar ook hun eigen weg vonden.
Kagie heeft dertien prachtige portretten geschreven waarvoor u niet eens van jazz hoeft te houden om ze te waarderen, maar ze hebben mij een wat completer beeld gegeven van de jazzwereld in Nederland.… (more)