Minas Morgul (Toren van de Tovenarij) was een stad en fort aan de voet van de Schaduwbergen.
Geschiedenis[]
De stad werd onder de naam Minas Ithil (Toren van de Wassende Maan) gebouwd door de Gondorianen. Nadat het geslacht van de koningen van Gondor was uitgestorven werd de stad werd het ingenomen door boze wezens en deden de stad in angst verkeren. Hierop verkreeg het zijn nieuwe naam, Minas Morgul en werd Minas Anor herdoopt tot Minas Tirith, omdat de twee steden vanaf dat moment altijd met elkaar in oorlog waren.[1]
De oorlog om de ring[]
Minas Ithil werd het paleis van de Tovenaars-Koning. Hij hernoemde het fort: Minas Morgul was geboren. Dit fort wordt ook wel de Toren van Tovenarij genoemd. Om het fort heen hangt een groene gloed. Tijdens de oorlog stuurde de Tovenaars-Koning van Angmar zijn troepen vanuit het fort naar Minas Tirith.
Na de oorlog[]
Het fort werd gesloopt vanwege zijn kwade doeleinden. Dit werd uitgevoerd door Aragorn die koning was geworden van Gondor. Het fort werd later in alle glorie opgebouwd en weer hernoemd naar Minias Ithil. Het fort werd vanaf dan ook weer bewoonbaar.