zwerfster
Uiterlijk
- zwerf·ster
- Naamwoord van handeling van zwerven met het achtervoegsel -ster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwerfster | zwerfsters |
verkleinwoord | zwerfstertje | zwerfstertjes |
de zwerfster v
- een vrouwelijke zwerver
- In sommige steden zijn meer zwerfsters dan zwervers te vinden.
- ▸ Ik kan niet alles letterlijk reproduceren en ik moet toegeven dat ik ook niet alles verstond, omdat ik niet was voorbereid op deze uitbarsting van Franse poëzie, maar ik verstond genoeg om te begrijpen dat het ging om een feministische visie op drie verlaten vrouwen uit de mythologie, Nausica, Medea en Dido, die volgens mij werden samengesmolten tot één modern personage in de gedaante van een zwerfster in de metro van Parijs, maar voor het laatste deel van deze interpretatie moet ik gezien de particuliere metaforiek een slag om de arm houden.[1]
- Het woord zwerfster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwerfster" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 31
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be