zee-egel
Uiterlijk
- zee-·egel
- samenstelling van zee en egel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zee-egel | zee-egels |
verkleinwoord | zee-egeltje | zee-egeltjes |
de zee-egel m
- (stekelhuidigen) op de zeebodem levend bol-, hart- of schijfvormig stekelig ongewerveld diertje dat behoort tot het fylum stekelhuidigen (Echinodermata)
1. op de zeebodem levend bolvormig stekelig ongewerveld diertje
- Het woord zee-egel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zee-egel" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Stekelhuidigen in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 94 %
- Prevalentie Vlaanderen 91 %