Naar inhoud springen

walo

Uit WikiWoordenboek
Telwoord (tgl)
0
(T, S)
1
(T, S)
11
(T, S)
10
(T, S)
100
(T, S)
103
(T, S)
2
(T, S)
12
(T, S)
20
(T, S)
200
(T, S)
106
3
(T, S)
13
(T, S)
30
(T, S)
300
(T, S)
106
4
(T, S)
14
(T, S)
40
(T, S)
400
(T, S)
106
5
(T, S)
15
(T, S)
50
(T, S)
500
(T, S)
1015
6
(T, S)
16
(T, S)
60
(T, S)
600
(T, S)
1018
7
(T, S)
17
(T, S)
70
(T, S)
700
(T, S)
1021
8
(T, S)
18
(T, S)
80
(T, S)
800
(T, S)
1024
9
(T, S)
19
(T, S)
90
(T, S)
900
(T, S)
1027

waló

  1. acht


walo in Sitelen Pona
  • wa·lo

walo

  1. (kleur) wit

walo

  1. (kleur) wit


walo

  1. vorm van -lo, verwijzend naar een woord van klasse 5 in bezit van een woord van klasse 1 : zijn, haar, ervan

walo

  1. vorm van -lo, verwijzend naar een woord van klasse 5 in bezit van een woord van klasse 3 : zijn, haar, ervan

walo

  1. vorm van -lo, verwijzend naar een woord van klasse 11 in bezit van een woord van klasse 1 : zijn, haar, ervan

walo

  1. vorm van -lo, verwijzend naar een woord van klasse 11 in bezit van een woord van klasse 3 : zijn, haar, ervan