veebedrijf
Uiterlijk
- Geluid: veebedrijf (hulp, bestand)
- vee·be·drijf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veebedrijf | veebedrijven |
verkleinwoord | veebedrijfje | veebedrijfjes |
het veebedrijf o
- een agrarisch bedrijf waar men dieren houdt
- ▸ En om het gesprek een veilige wending te geven zette Levin aan Darja Aleksandrovna de theorie van een veebedrijf uiteen, die erop neerkwam, dat de koe niet anders dan een machine was, die het voer tot melk moest verwerken, enzovoort en zo meer.[2]
- ▸ Zijn veebedrijf verkopen, levert volgens hem vrijwel niets op. "Zeker nu er nog ruim 150.000 euro tegenaan moet om te voldoen aan de nieuwe normen. Als jij weet wat ik moet doen, mag je het zeggen."[3]
1. een agrarisch bedrijf waar men dieren houdt
- Het woord veebedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Anna Karenina” (1877), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028276062
- ↑ Weblink bron Paulus Houthuijs“Tussen de wanhopige boeren: 'Als jij weet wat ik moet doen, zeg het me'” (07-07-2017), NOS