taste
Uiterlijk
- tas·te
vervoeging van |
---|
tasten |
taste
- aanvoegende wijs van tasten
vervoeging van |
---|
tassen |
taste
- enkelvoud verleden tijd van tassen
- Ik taste.
- Jij taste.
- Hij, zij, het taste.
- Ik taste.
- Het woord taste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Geluid: taste (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /teɪst/
Naar frequentie | 4238 (werkwoord) |
---|
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to taste |
he/she/it | tastes |
verleden tijd | tasted |
voltooid deelwoord |
tasted |
onvoltooid deelwoord |
tasting |
gebiedende wijs | taste |
taste
Naar frequentie | 2089 (naamwoord) |
---|
enkelvoud | meervoud |
---|---|
taste | tastes |
taste
- [2]: foretaste
- [2]: sip
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 5
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Werkwoord in het Engels
- Zelfstandig naamwoord in het Engels