stonden
Uiterlijk
- Geluid: stonden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstɔndə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈstɔn.den/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈstɔn.den/
- ston·den
vervoeging van |
---|
staan |
stonden
- meervoud verleden tijd van staan
- Wij stonden.
- Jullie stonden.
- Zij stonden.
- Wij stonden.
- ▸ Na een gigantische knal vlak boven ons hoofd stonden de stoere jonge gasten binnen tien seconden ook binnen.[1]
de stonden mv
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers