spierbundel
Uiterlijk
- Geluid: spierbundel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈspirbʏndəl / (3 lettergrepen)
- spier·bun·del
- samenstelling van spier en bundel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spierbundel | spierbundels |
verkleinwoord | spierbundeltje | spierbundeltjes |
de spierbundel m
- (anatomie) een groep spieren
- De bodybuilder showde zijn spierbundels.
- een persoon die heel erg gespierd is
- De bodyguard was een echte spierbundel.
-
1. Een spierbundel in de bovenarm van een man.
-
2. Door training werd hij een spierbundel.
- Het woord spierbundel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spierbundel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Anatomie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %