Naar inhoud springen

rijnschip

Uit WikiWoordenboek
  • rijn·schip
enkelvoud meervoud
naamwoord rijnschip rijnschepen
verkleinwoord

het rijnschipo

  1. passagiersschip dat vaart op de grote rivieren
     Passagiers ziek op Nederlands rijnschip: Zo'n 25 passagiers van het Nederlandse cruiseschip Prinses Christina zijn tijdens een reisje op de Rijn getroffen door een virus en ziek geworden.[2]
  2. vrachtschip voor de rijnvaart
69 % van de Nederlanders;
52 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Passagiers ziek op Nederlands rijnschip” (28 mei 2015), De Telegraaf
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be