Naar inhoud springen

pays

Uit WikiWoordenboek

pays

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pay


enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  pays     le pays     pays     les pays  

pays m

  1. land (staat)
    La France est un pays.Frankrijk is een land.
  2. land (gebied)
    C'est un pays chaud.Het is een warm land.
  • mal du pays
    • heimwee
  • pays en voie de développement
    • ontwikkelingsland
  • pays perdu
    • afgelegen streek