orange
Uiterlijk
orange
enkelvoud | meervoud |
---|---|
orange | oranges |
orange
- (fruit) sinaasappel
- (kleur) oranje
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
orange | more orange | most orange |
orange
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to orange |
he/she/it | oranges |
verleden tijd | oranged |
voltooid deelwoord |
oranged |
onvoltooid deelwoord |
oranging |
gebiedende wijs | orange |
orange
- oranje schilderen
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
orange | l'orange | - | - |
orange m
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
orange | l'orange | oranges | les oranges |
orange v
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk / vrouwelijk |
orange | orange |
orange
orange
orange
Categorieën:
- Woorden in het Duits
- Woorden in het Duits van lengte 6
- Bijvoeglijk naamwoord in het Duits
- Kleur in het Duits
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 6
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Fruit in het Engels
- Kleur in het Engels
- Bijvoeglijk naamwoord in het Engels
- Werkwoord in het Engels
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 6
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Kleur in het Frans
- Fruit in het Frans
- Bijvoeglijk naamwoord in het Frans
- Woorden in het Luxemburgs
- Bijvoeglijk naamwoord in het Luxemburgs
- Kleur in het Luxemburgs
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 6
- Bijvoeglijk naamwoord in het Zweeds
- Kleur in het Zweeds