onherroepelijk
Uiterlijk
- on·her·roe·pe·lijk
- Naamwoord van handeling van herroepen met het voorvoegsel on- en met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onherroepelijk | onherroepelijker | onherroepelijkst |
verbogen | onherroepelijke | onherroepelijkere | onherroepelijkste |
partitief | onherroepelijks | onherroepelijkers | - |
onherroepelijk
- zonder mogelijkheid om ongedaan gemaakt te worden
- Dat is toch geen onherroepelijke zaak!
- Aan weerskanten brullen kerels als gekken om zichzelf te verdoven, om zichzelf moed te geven. Anderen rennen net als hij, geconcentreerd, de zenuwen in hun buik, met droge keel. Ze stormen allemaal op de vijand af, gewapend met een onherroepelijke woede, een verlangen naar wraak. [1]
1. zonder mogelijkheid om ongedaan gemaakt te worden
onherroepelijk
- op onherroepelijke wijze
- Dat gaat onherroepelijk mis!
- Het woord onherroepelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onherroepelijk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Lemaitre, Pierre"Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 18
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel on- in het Nederlands
- Achtervoegsel -lijk in het Nederlands
- Invoegsel -e- in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %