ongerieflijk
Uiterlijk
- Geluid: ongerieflijk (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɔŋɣəˈriflək / (4 lettergrepen)
- on·ge·rief·lijk
- afgeleid van gerieflijk bn met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ongerieflijk | ongerieflijker | ongerieflijkst |
verbogen | ongerieflijke | ongerieflijkere | ongerieflijkste |
partitief | ongerieflijks | ongerieflijkers | - |
ongerieflijk
- ongemakkelijk en niet comfortabel
- ▸ Hij had er onder protest zijn goedkeuring aan gegeven het als gevangenis voor de koningin te benutten, omdat hij het te klein en te ongerieflijk vond.[1]
- Het woord ongerieflijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Victoria Holt“In de schaduw van de troon” (1978), Saga, ISBN 9788726484885