on-Amerikaans
Uiterlijk
- on-Ame·ri·kaans
- afgeleid van Amerikaans met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | on-Amerikaans | on-Amerikaanser | on-Amerikaanst |
verbogen | on-Amerikaanse | on-Amerikaansere | on-Amerikaanste |
partitief | on-Amerikaans | on-Amerikaansers | - |
on-Amerikaans
- niet in overeenstemming met als Amerikaans geachte eigenschappen
- Het woord on-Amerikaans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.