maximumscore
Uiterlijk
- maxi·mum·sco·re
- samenstelling van maximum en score
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maximumscore | maximumscores |
verkleinwoord |
de maximumscore m #(onderwijs) (psychologie) het hoogst mogelijke resultaat bij een toest
- Hij had de maximumscore gehaald voor zijn CITO-toets.
- De crimineel had de maximumscore op de psychologische toets voor psychopathie gehaald.
- Het woord 'maximumscore' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.