lokroep
Uiterlijk
- lok·roep
- samenstelling van lok ww en roep
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lokroep | lokroepen |
verkleinwoord | lokroepje | lokroepjes |
de lokroep m
- (biologie) roep waarmee men een dier tot zich lokt, of waarmee een dier zijn jongen roept
- Geleid door de lokroep van de Horrekop hollen heer Bommel en Tom poes naar de koets
- Het woord lokroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lokroep" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be