Naar inhoud springen

invalide

Uit WikiWoordenboek
  • in·va·li·de
  • van Frans invalide, in de betekenis van ‘gehandicapt’ voor het eerst aangetroffen in 1726 [1] [2]
  • afgeleid van valide met het ontkennend voorvoegsel in- [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord invalide invaliden
verkleinwoord - -

deinvalidev/m

  1. iemand die door een gebrek beperkt is in zijn mogelijkheden
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen invalideinvaliderinvaliedst
verbogen invalidereinvaliedste
partitief invalidesinvaliders-

invalide

  1. (medisch) door een gebrek beperkt in zijn mogelijkheden
  2. (juridisch) ongeldig
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]