ingeving
Uiterlijk
- in·ge·ving
- Naamwoord van handeling van ingeven met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ingeving | ingevingen |
verkleinwoord | ingevinkje | ingevinkjes |
de ingeving v
- een gedachte die zomaar opkomt
- Tijdens het autorijden kreeg hij een ingeving en wist hij gelijk hoe het probleem opgelost kon worden.
- Het woord ingeving staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ingeving" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be