Naar inhoud springen

hommel

Uit WikiWoordenboek
Een aardhommel op een bloem.
  • hom·mel
  • In de betekenis van ‘mannetjesbij’ voor het eerst aangetroffen in 1301 [1]
  • [1] en [3] afgeleid van het klanknabootsende Middelnederlands hommelen (met het achtervoegsel -el [2])
enkelvoud meervoud
naamwoord hommel hommels
verkleinwoord hommeltje hommeltjes

de hommelv / m

  1. (vliesvleugeligen) Bombus op Wikispecies insect uit een geslacht van insecten die behoren tot de familie Apidae op Wikispecies. Er zijn wereldwijd ongeveer 250 soorten hommels die van nature voorkomen in Europa, Noord-Afrika, Azië, Noord- en Zuid-Amerika. Verschillende Europese hommelsoorten zijn door de mens geïntroduceerd in Nieuw-Zeeland en Tasmanië. In België en Nederland komen ongeveer dertig verschillende soorten voor, waarvan enkele zeldzaam zijn [2]
  2. (plantkunde) hopplant [3]
  3. (muziek) muziekinstrument, verwant aan de doedelzak [4]
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]