hermelijn

• Geluid:  hermelijn    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌhɛrməˈlɛin / (3 lettergrepen)

• her·me·lijn

• via Middelnederlands ermelijn, in de betekenis van ‘marterachtige’ aangetroffen vanaf 1287; op te vatten als afgeleid met het achtervoegsel -lijn van  hermel zn  dat via Middelnederlands hermel teruggaat op Oudnederlands hermilo ^{[1] [2] [3] [4]}

de hermelijn m

1. m (roofdieren) bepaald klein wezelachtig zoogdier, Mustela erminea 

het hermelijn o

2. pels van de hermelijn, Mustela erminea 
3. (heraldiek) wit met gestileerde weergave van zwarte staartjes (andere kleurencombinaties kunnen soms ook voorkomen)

• 
  1. Een hermelijn in de zomer.
• 
  1. Een hermelijn in de winter.
• 
  2. Een bontkraag van witte hermelijn met zwarte staartjes.
• 
  3. De hertogen van Bretagne voeren een wapen van hermelijn.

• [1] kleine marters, marterachtigen, roofdieren, zoogdieren, gewervelden, chordadieren, dieren

• [1] goudhermelijn

• breedgehaakte hermelijnbladroller, hermelijnbladroller, hermelijnvlinder, kleine hermelijnvlinder, scherpe hermelijnbladroller, smalle hermelijnbladroller, witte hermelijnvlinder
• hermelijnkoorts, hermelijnsteek, hermelijntram, hermelijnvlo, hermelijnvoet, hermelijnzwam

• Het woord hermelijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hermelijn" herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.