geleerde
Uiterlijk
- [A] Geluid: geleerde (hulp, bestand) "kennis verwerven"
- IPA: / ɣəˈlerdə / (3 lettergrepen)
- [B] Geluid: geleerde (hulp, bestand) "gelei vormen"
- IPA: / ʒəˈlerdə / (3 lettergrepen)
- ge·leer·de
- [A] zn: afgeleid van geleerd bn met het achtervoegsel -e
- [A] ww, bn: geleerd ww met de uitgang -e
- [B] ww: geleer ww met de uitgang -de
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geleerde | geleerden |
verkleinwoord | - | - |
- iemand die onderricht en bekwaam is in een bepaalde tak van de wetenschap
- Tijdens een plechtige zitting kregen vier geleerden een eredoctoraat uitgereikt.
- ▸ Mijn vermoeden zou zijn dat u zijn gezelschap kunt waarderen. Hij is een eminent geleerde.'[1]
- ▸ Myra is een stadje in Lycië, aan de zuidkust van Turkije. Daar hebben twee bisschoppen gewoond die Nicolaas heetten. De eerste leefde in het begin van de vierde eeuw en de geleerden zijn het nog steeds niet met elkaar eens of over hem iets met zekerheid kan worden gezegd.[2]
- atoomgeleerde, boekgeleerde, islamgeleerde, kamergeleerde, kerngeleerde, rechtsgeleerde, schrijftafelgeleerde, studeerkamergeleerde, taalgeleerde, wetgeleerde, zeergeleerde
1. iemand die onderricht en bekwaam is in een bepaalde tak van de wetenschap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geleerde | - |
verkleinwoord | - | - |
[A] het geleerde o
- kennis die men na onderwijs heeft verworven
- Tijdens de stage kan de student het geleerde in praktijk brengen.
[A] geleerde
- verbogen vorm van de stellende trap van geleerd
vervoeging van: | leren… |
[A] geleerde
vervoeging van |
---|
geleren |
[B] geleerde
- enkelvoud verleden tijd van geleren
- Ik geleerde.
- Jij geleerde.
- Hij, zij, het geleerde.
- Ik geleerde.
- Het woord geleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geleerde" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 16
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 10
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -e in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Nederlands
- Verbogen vorm van het voltooid deelwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %