eb
Uiterlijk
- eb
- In de betekenis van ‘het aflopen van de zee’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1351 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eb | - |
verkleinwoord | - | - |
- een getijde waarbij het water van de zee zakt, in tegenstelling tot vloed, waarbij het water stijgt
1. een getijde waarbij het water van de zee zakt, in tegenstelling tot vloed, waarbij het water stijgt
vervoeging van |
---|
ebben |
eb
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ebben
- Ik eb.
- gebiedende wijs van ebben
- Eb!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ebben
- Eb je?
- Het woord eb staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eb" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "eb" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eb | - |
eb
eb
eb
- land (staat)
- eb
eb
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 2
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %
- Woorden in het Afrikaans
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Woorden in het Hongaars
- Zelfstandig naamwoord in het Hongaars
- Roofdieren in het Hongaars
- Zoogdieren in het Hongaars
- Woorden in het Nauruaans
- Zelfstandig naamwoord in het Nauruaans
- Woorden in het Pennsylvania-Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits van lengte 2
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met audioweergave
- Voegwoord in het Pennsylvania-Duits