dekzeil
Uiterlijk
- dek·zeil
- samenstelling van dek en zeil [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dekzeil | dekzeilen |
verkleinwoord | dekzeiltje | dekzeiltjes |
het dekzeil o
- een waterdicht weefsel dat dient om de onderliggende zaken te beschermen
- Per keer dat een vrachtwagen doorrijdt, kost het zo’n 10 tot 20 minuten om een vrachtwagen weg te halen - in deze tijd staat het verkeer voor de tunnel stil. De belangrijkste oorzaken zijn hoog uitstekende lading of vrachtwagens die juist zonder lading rijden, en daardoor te hoog zijn. Ook komt het voor dat de hoogtemeters afgaan door klapperend dekzeil. Rijdt een chauffeur met een te hoge vrachtwagen ondanks alle waarschuwingen de tunnel in, dan kan het volgens Rijkswaterstaat voor een schadepost zorgen die kan oplopen tot ‘enkele tonnen’. [2]
- buiskleed, gonjekleed, reddingskleed, kantkleed, kledenpap, schalken, beschermhoes, beschermmateriaal, dekkleed, tarp
- Het woord dekzeil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dekzeil" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Sjoerd Klumpenaar 19 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %