Naar inhoud springen

agente

Uit WikiWoordenboek
de eerste agente
  • agen·te
  • afgeleid van agent met het achtervoegsel -e
enkelvoud meervoud
naamwoord agente agentes
verkleinwoord - -

de agentev

  1. (beroep) vrouwelijke vorm van agent
  • vrouwelijke vorm van agent
99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • a·gen·te
enkelvoud meervoud
agente agentes

agente m

  1. (scheikunde) agens
  2. (beroep) agent, tussenpersoon, vertegenwoordiger, makelaar


agente

  1. vocatief enkelvoud van agent