Het werd voor het eerst georganiseerd in oktober 1860 op Prestwick, en de eerste elf edities vonden op deze zelfde golfbaan plaats.
Na een jaar zonder toernooi werd in 1872 begonnen met een rotatiesysteem tussen verschillende golfbanen in Schotland. In 1886 stelde de Dalhousie Golf Club van Carnoustie de trofee ter beschikking. In 1894 was Royal St George's (nabij Sandwich in Kent) de eerste baan buiten Schotland waar het toernooi plaatsvond.
In 1892 werd het toernooi uitgebreid tot 72 holes. In dat jaar moesten toeschouwers voor het eerst entreegeld betalen. Dit was het enige toernooi waar twee keer een cut werd toegepast, na ronde 2 en na ronde 3. Dit werd pas na 1985 gereduceerd tot een enkele cut na de tweede ronde.
The Open is een van de vier zogenaamde Majors in golf, en het enige dat in Europa plaatsvindt; de andere drie zijn de Masters, het US Open en het PGA Championship in de Verenigde Staten. Het Amerikaanse prijzengeld telt niet voor de Europese ranking.
De benaming "Open" betekent dat er zowel beroeps- als amateurspelers kunnen deelnemen.
Het toernooi wordt elk jaar in juli gehouden en verandert jaarlijks van locatie; bekende golfbanen die The Open hebben ontvangen zijn o.a.:
De week voor het Britse Open wordt altijd het Schotse Open gespeeld. Spelers die voor het Britse Open overkomen uit verre landen, kunnen dan een week acclimatiseren. Jarenlang werd het Dutch Open gespeeld in de week na het Britse Open, om op die manier spelers aan te kunnen trekken uit de Verenigde Staten en Australië.
Niet alleen de winnaar krijgt een prijs. Ieder jaar worden verschillende trofeeën uitgereikt:
De 'Challenge Belt' was de oorspronkelijke prijs voor de winnaar, en werd uitgereikt van 1860 - 1870, De laatste winnaar was Young Tom Morris, die hem driemaal achter elkaar won en toen mocht houden. In 1871 werd het Open niet gespeeld omdat er nog geen nieuwe prijs was bedacht. Op 11 september 1872 werd overeenstemming bereikt tussen Prestwick, the Honourable Company of Edinburgh Golfers en The Royal and Ancient Golf Club dat zij samen een nieuwe prijs zouden kopen. Tom Morris won het Open dat jaar en kreeg een medaille.
De nieuwe prijs, de 'Claret Jug', heet officieel 'The Golf Champion Trophy' en werd in Edinburg gemaakt. Het zilvermerk dateert uit 1873. Hij wordt sinds 1873 aan de winnaar uitgereikt, maar wordt nooit diens eigendom. De naam van Tom Morris is er in 1873 ingegraveerd samen met de naam van de winnaar van 1873, Tom Kidd. Er staat een replica van de Claret Jug in het Britse Golfmuseum.
De 'Gold medal' is voor de winnaar. Hij mag deze houden. Hij werd in 1872 voor het eerst uitgereikt, omdat de Claret Jug nog niet klaar was, maar sindsdien heeft iedere winnaar een gouden medaille gekregen. Als een speler het Open drie keer wint, krijgt hij een replica van de Claret Jug.
De 'Silver medal' is voor de beste amateur, en wordt sinds 1949 uitgereikt. Guy Wolstenholme eindigde op de 2de plaats, Justin Rose eindigde op de 4de plaats, Robert Reid Jack en Chris Wood op de 5de plaats en Joe Carr op de 8ste plaats; zij zijn de enige vijf amateurs die sinds 1949 in de top-10 eindigden.
De Britse PGA heeft nog een aantal prijzen voor hun eigen leden:
De 'Ryle Memorial Medal' is voor de winnaar, als hij lid is van de Britse PGA. Deze wordt sinds 1901 uitgereikt.
De 'Braid Taylor Memorial Medal' is voor de beste Britse of Ierse speler die lid is van de Britse PGA. Deze wordt sinds 1966 uitgereikt.
De 'Tooting Bec Cup' is voor het lid van de Britse PGA die de laagste ronde heeft gemaakt. Hij of een van zijn ouders moet in het Verenigd Koninkrijk of in Ierland geboren zijn.
Jack Burns won in 1888 nadat bleek dat David Anderson (geb. 5 oktober 1874) zijn scorekaart verkeerd had ingevuld. Hierdoor eindigde Anderson op de tweede plaats.
Frank Stanahan was ook in 1947 de beste amateur, maar toen bestond de zilveren medaille nog niet.