Resolutie 1104 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 1104 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 8 april 1997 | |
Nr. vergadering | 3763 | |
Code | S/RES/1104 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Joegoslavië-tribunaal | |
Beslissing | Weerhouden nominaties rechters. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1997 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Chili · Costa Rica · Egypte · Guinee-Bissau · Japan · Kenia · Zuid-Korea · Polen · Portugal · Zweden
| ||
Carla Del Ponte, hoofdaanklager van het Joegoslavië-tribunaal tussen 1999 en 2007.
|
Resolutie 1104 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties aangenomen op 8 april 1997.
Achtergrond
[bewerken | brontekst bewerken]In 1980 overleed de Joegoslavische leider Tito, die decennialang de bindende kracht was geweest tussen de zes deelstaten van het land. Na zijn dood kende het nationalisme een sterke opmars en in 1991 verklaarde Bosnië en Herzegovina zich onafhankelijk. De Servische minderheid in het land kwam hiertegen in opstand en begon een burgeroorlog, waarbij ze probeerden de Bosnische volkeren te scheiden. Tijdens die oorlog vonden massamoorden plaats waarbij tienduizenden mensen omkwamen. In 1993 werd het Joegoslavië-tribunaal opgericht, dat de oorlogsmisdaden die hadden plaatsgevonden moest berechten.
Inhoud
[bewerken | brontekst bewerken]De Veiligheidsraad:
- Herinnert aan de resoluties 808 en 827.
- Overwoog de nominaties voor rechter van het Internationaal Straftribunaal voor Voormalig Joegoslavië die de secretaris-generaal ontving.
- Stuurt volgende nominaties in overeenstemming met artikel °13 (d) van het Statuut van het tribunaal door naar de Algemene Vergadering: