Parelskinken
Parelskinken | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Chalcides striatus, exemplaar uit de omgeving van Burgos, Spanje. | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Chalcides Laurenti, 1768 | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Parelskinken op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
Parelskinken[1] (Chalcides) zijn een geslacht van hagedissen uit de familie skinken (Scincidae).[2]
Naam en indeling
[bewerken | brontekst bewerken]De wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door Josephus Nicolaus Laurenti in 1768.
Er zijn 32 verschillende soorten, vroeger was het soortenaantal lager. Een aantal soorten uit het niet langer erkende geslacht Sphenops wordt tegenwoordig ook tot de parelskinken gerekend. Ook enkele soorten uit nog bestaande geslachten zijn bij Chalcides ingedeeld, zoals de wigskink (Chalcides sepsoides) die vroeger tot de zandskinken (Scincus) werd gerekend.[2] Veel van deze soorten worden in de literatuur soms onder hun verouderde naam vermeld.
Uiterlijke kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De lichaamskleur is bruin, vaak met donkere of lichtere vlekken of strepen. De lichaamslengte is ongeveer 30 tot 45 centimeter inclusief staart. De staart is korter dan het lichaam. Parelskinken hebben een langwerpig lijf met kleine en relatief ver uit elkaar staande pootjes. De kleine poten zijn een aanpassing op het kruipen door het dichte struikgewas en niet om te graven zoals bij andere skinken het geval is.
De pootjes vertonen een rijke gradatie aan verschillende vormen van degeneratie. Sommige soorten hebben volledig ontwikkelde poten met vijf vingers en tenen, een voorbeeld is de parelskink (Chalcides ocellatus). De hazelskink of drieteenskink (Chalcides chalcides) heeft drie tenen aan ieder poot en de soort Chalcides guentheri heeft zeer kleine pootjes zonder vingers of tenen.[3]
Levenswijze
[bewerken | brontekst bewerken]Alle soorten zijn overdag actief of schemeractief in de zomertijd. De skinken leven op de bodem in de strooisellaag, het zijn slechte klimmers. De vrouwtjes zijn vaak levendbarend; de jongen komen levend ter wereld. Er zijn echter ook eierleggende soorten die hun eitjes afzetten op de bodem en onder stenen.
Alle soorten leven van kleine prooidieren zoals insecten, miljoenpoten, pissebedden en spinnen. Belangrijke vijanden zijn slangen, roofvogels en rovende zoogdieren zoals vossen.[3]
Verspreiding en habitat
[bewerken | brontekst bewerken]De verschillende parelskinken komen voor delen van in Zuid-Europa, delen van Afrika en Zuidwest-Azië. De soorten zijn te vinden in de landen Algerije, Benin, Burkina Faso, Canarische Eilanden, Djibouti, Egypte, Eritrea, Ethiopië, Frankrijk, Gambia, Ghana, Griekenland, Guinee-Bissau, India, Irak, Iran, Israël, Italië, Jemen, Jordanië, Kenia, Libanon, Libië, Mali, Malta, Marokko, Mauritanië, Niger, Nigeria, Oman, Pakistan, Portugal, Saoedi-Arabië, Senegal, Soedan, Somalië, Spanje (inclusief Gibraltar) Sri Lanka, Syrië, Tsjaad, Togo, Tunesië, Turkmenistan, Turkije, Verenigde Arabische Emiraten en Westelijke Sahara.
De habitat is zeer variabel, van vochtige bossen en graslanden tot meer droge rotsige of zanderige streken. Veel soorten leven in laaglanden in vlakke gebieden, zoals Chalcides manueli.[4] De soort Chalcides montanus, die in het Marokkaanse Hoge Atlasgebergte leeft, wordt gevonden op een hoogte van 2300 tot 2830 meter boven zeeniveau.[5] Parelskinken graven vaak, maar er zijn ook soorten die altijd bovengronds leven.[3]
Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan 27 soorten een beschermingsstatus toegewezen. Dertien soorten worden beschouwd als 'veilig' (Least Concern of LC), twee soorten als 'onzeker' (Data Deficient of DD) en drie soorten worden gezien als 'kwetsbaar' (Vulnerable of VU). Vijf soorten hebben de status 'gevoelig' (Near Threatened of NT) en drie soorten staan te boek als 'bedreigd' (Endangered of EN). De soort Chalcides ebneri ten slotte wordt beschouwd als 'ernstig bedreigd' (Critically Endangered of CR).[6] Deze soort heeft een zeer klein verspreidingsgebied en is van slechts twee populaties bekend. De skink is sinds 1970 niet meer waargenomen.[7]
Soorten
[bewerken | brontekst bewerken]Het geslacht omvat de volgende soorten, met de auteur en het verspreidingsgebied.
Bronvermelding
[bewerken | brontekst bewerken]Referenties
- ↑ Bernhard Grzimek (1971). Het Leven Der Dieren Deel VI: Reptielen. Kindler Verlag AG, Pagina 297. ISBN 90 274 8626 3.
- ↑ a b Peter Uetz & Jakob Hallermann, The Reptile Database - Chalcides.
- ↑ a b c David Alderton, Valerie Davies & Chris Mattison (2007). Snakes and Reptiles of the World. Grange Books, Pagina 198, 199. ISBN 978-1-84013-919-8.
- ↑ International Union for Conservation of Nature and Natural Resources - Red List, Chalcides manueli - IUCN Red List.
- ↑ International Union for Conservation of Nature and Natural Resources - Red List, Chalcides montanus - IUCN Red List.
- ↑ International Union for Conservation of Nature and Natural Resources - Red List, Chalcides - IUCN Red List.
- ↑ International Union for Conservation of Nature and Natural Resources - Red List, Chalcides ebneri - IUCN Red List.
Bronnen
- (en) – David Alderton, Valerie Davies & Chris Mattison - Snakes and Reptiles of the World (2007) - Pagina 392 - 395 - Grange Books - ISBN 978-1-84013-919-8
- (en) – Peter Uetz & Jakob Hallermann - The Reptile Database – Chalcides - Website Geconsulteerd 15 september 2018
- (en) – Linnaeus 1758 : Systema naturæ per regna tria naturæ, secundum classes, ordines, genera, species, cum characteribus, differentiis, synonymis, locis. Tomus I. Editio decima, reformata. Laurentii Salvii, Holmiæ. 10th Edition, p. 1-824.