Kabinet-Douglas-Home
Kabinet-Douglas-Home | ||||
---|---|---|---|---|
Kabinet in Verenigd Koninkrijk | ||||
Premier | Alec Douglas-Home | |||
Partij(en) | Conservative Party | |||
1959-1964 | ||||
Start | 19 oktober 1963 | |||
Demissionair | 15 oktober 1964 | |||
Eind | 16 oktober 1964 | |||
Voorganger | Macmillan II | |||
Opvolger | Wilson I | |||
Staatshoofd | Elizabeth II | |||
|
De kabinet-Douglas-Home was de uitvoerende macht van de Britse overheid van 19 oktober 1963 tot 16 oktober 1964. Het kabinet werd gevormd door de Conservative Party na het aftreden van premier Harold Macmillan met Alec Douglas-Home de nieuwe partijleider van de Conservative Party als premier. Enkele ambtsbekleders werden behouden van het vorige kabinet. In het kabinet zaten meerdere prominenten zoals Rab Butler, Quintin Hogg, Selwyn Lloyd, Peter Carington, Edward Heath en Christopher Soames.
Douglas-Home kwam uit de Schotse aristocratie, zijn vader was de 13e graaf van Home en na zijn dood in 1951 erfde hij de titel als de 14e graaf van Home. Na dat Macmillan zijn aftreden af had afgekondigd deed Douglas-Home afstand van zijn adellijke titel. Douglas-Home is tot op heden de laatste Britse premier uit de aristocratie. Het premierschap van Douglas-Home was maar van korte duur, nog geen jaar na zijn aantreden verloor de Conservative Party onder zijn leiding de verkiezingen van 1964 die werd gewonnen door de Labour Party onder het leiderschap van Harold Wilson, het verlies bleef echter beperkt. Het verschil tussen de Conservative Party en de Labour Party bedroeg uiteindelijk maar dertien zetels en dit was grotendeels dankzij premier Douglas-Home, die, ondanks zijn aristocratische voorkomen, capabel was overgekomen tijdens zijn korte premierschap. Met 363-dagen is het premierschap van Douglas-Home de op een na kortste van de 20e eeuw.
Samenstelling
[bewerken | brontekst bewerken]Voorganger: Macmillan II |
Kabinet-Douglas-Home 1963-1964 |
Opvolger: Wilson I |