Junzi
Een junzi (君子; pinyin: jūnzǐ) is in de ethiek van het confucianisme een persoon die in moreel en sociaal opzicht superieur is aan het gewone volk.[2] Letterlijk betekent het 'zoon van een prins',[3] maar het wordt meestal vertaald als "edelman" of "superieur persoon".
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]De term 'junzi' werd reeds in de 11e eeuw v.Chr. door koning Zhou Wenwang gebruikt in het Boek der Veranderingen. De term werd toegepast op de hoge klasse van edellieden en — vanaf de Han-dynastie (206 v.Chr.–220 n.Chr.) — de literati. De lage klasse was die van de xiaoren (小人): de 'kleine mensen' die niet tot de elite behoorden.[4]
In de late Zhou-dynastie gaf Confucius de term een morele betekenis. Een junzi had het morele gezag om een leider te zijn.[2] In de Gesprekken van Confucius worden ren (仁; 'menselijkheid') en yi (義; 'juist gedrag') genoemd als eigenschappen die moeten worden aangekweekt om een junzi te worden. Volgens Confucius was dit voor elk persoon mogelijk, ongeacht zijn maatschappelijke status.
Inhoud
[bewerken | brontekst bewerken]Bij het begrip Junzi wordt groot belang toegekend aan de "vijf deugden", namelijk "welwillendheid, juistheid, fatsoen, wijsheid en betrouwbaarheid", kernwaarden van het confucianisme.
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- (en) Roger T. Ames, Henry Rosemont Jr., The Analects of Confucius: A Philosophical Translation (2010, Random House Publishing Group)
- Bart Dessein, Dominiek Delporte, China. Een maatschappelijke en filosofische geschiedenis (Academia Press, 2008)
- ↑ (en) Dorothy Perkins, Encyclopedia of China: History and Culture (2013, Routledge), p. 354. Gearchiveerd op 27 oktober 2022.
- ↑ a b Bart Dessein, Dominiek Delporte, p. 138
- ↑ Bart Dessein, Dominiek Delporte, p. 246
- ↑ Bart Dessein, Dominiek Delporte, p. 46