Gebke Hinrichs Tjaden
Gebke Hinrichs Hussmann-Tjaden (Victorbur, 29 maart 1829 – Groningen, 13 mei 1935) was, als Opoe Tjadens, lange tijd een bekende figuur in de stad Groningen. Zij was bovendien bijna drie jaar lang, van 2 juli 1932 tot haar dood, de oudste ingezetene van Nederland.
Opoe Tjadens bracht haar jeugd door in de Duitse stad Aurich. Ze trouwde met Wilhelm Anton Hussman (ook: Willem Anton Huisman).[1] Tussen 1861 en 1864 verhuisde ze met haar man en twee dochters naar Nederland, waar ze aanvankelijk woonden in Petten. Sinds 1872 verbleef ze in Groningen, aan de Achterstraat (vanaf de tegenwoordige Nieuwe Sint-Jansstraat tot de Agricolastraat). Zij bewoog zich op latere leeftijd door de stad voort achter een omgebouwde kinderwagen (bij wijze van rollator).[2]
Haar laatste verjaardag, op 29 maart 1935, werd een waar volksfeest. Kinderen zongen haar toe en de burgemeester, Cort van der Linden, en de commissaris van de Koningin, Fockema Andreae, kwamen gelukwensen brengen. Even had het erop geleken dat Opoe Tjadens haar 106e verjaardag niet zou halen. Ze werd namelijk kort voordien ziek, maar herstelde en verklaarde op haar verjaardag: Ik begun weer te leven, 'k bin nog mor zes, dij aander honderd heb 'k weggooid (= Ik begin weer te leven, ik ben nog maar zes, die andere honderd heb ik weggegooid). Ze overleed anderhalve maand later toch en werd begraven op de rooms-katholieke begraafplaats in de stad Groningen.[3]
- verwijzingen
- voetnoten
- ↑ In de Beeldbank Groningen wordt ze vermeld als weduwe van Wilhelm Anton Hussmann en Postema.
- ↑ Loket voor lief en leed. Uitvindster van de rollator, 22 maart 2011. Gearchiveerd op 9 augustus 2022.
- ↑ Nederland op Film Krasse knarren Aflevering 4. NPO (Juli 2022). Geraadpleegd op 2 augustus 2024.