Fluvionectes
Fluvionectes is een geslacht van de Plesiosauria dat in het late Krijt leefde in het gebied van het huidige Noord-Amerika. De enige benoemde soort is Fluvionectes sloanae.
Vondst en naamgeving
[bewerken | brontekst bewerken]Donna Sloan van het Royal Tyrrell Museum of Palaeontology vond in 1990 op de Sage Creek Provincial Grazing Reserve nabij Onefour in Alberta op een oppervlakte van anderhalve vierkante meter plesiosaurische botten, ten dele in de grond, ten dele los erop liggend. De vondst kreeg het inventarisnummer TMP 1990.046.0001. Het ging om wat wervels en ribben. Vlakbij ontdekte ze een halswervel en een kootje die met het nummer TMP 1990.046.0002 aangeduid werden. Ze rapporteerde dat er nog meer te vinden was, maar pas in 2009 bezocht Wendy Sloboda de locatie opnieuw in het kader van het Southern Alberta Dinosaur Project. Er bleek veel meer materiaal aanwezig dat ze in 2010 en 2011 borg en dat het inventarisnummer TMP 2009.037.0068 kreeg. In 2012 groef het TMP de laatste restanten op van wat vermoedelijk één individu vertegenwoordigde.
In 2009 ontdekte Sloboda op een afstand van honderdvijftig meter een tweede skelet, specimen TMP 2009.037.0007. Het bestaat uit een opperarmbeen en een buikrib die in 2010 geborgen werden. Nader onderzoek leidde tot de conclusie dat men een nog onbenoemd taxon ontdekt had waarvan al eerder specimina gevonden waren: CMN 51829 in 1898, CMN 304–309/312–314 in 1913, CMN 9895 in 1921, TMP 1979.008.0006/.0184/.0185 in 1979 en TMP 1998.068.0082 in 1998.
In 2021 werd de typesoort Fluvionectes sloanae benoemd en beschreven door James A. Campbell, Mark T. Mitchell, Michael J. Ryan en Jason S. Anderson. De geslachtsnaam combineert het Latijn fluvius, "stroom", met het Grieks nèktès, "zwemmer", een verwijzing naar de zoetwaterhabitat. De naamgevers beseften dat "fluvinectes" een correctere combinatie geweest zou zijn, maar prefereerden de extra (en zeer gebruikelijke) "o" zodat het niet nodig is de naam te emenderen onder ICZN 32.5. De soortaanduiding eert Sloan als ontdekster. Omdat de naam gepubliceerd is in een elektronisch tijdschrift zijn Life Science Identifiers nodig voor de geldigheid ervan. Deze zijn 04CEAEEA-C706-478E-BD51-F802C4DAF746 voor het geslacht en A7D6D773-1329-40EB-9EE4-C51C96955AD4 voor de soort.
Het holotype, TMP 2009.037.0068/1990.046.0001/.0002, is gevonden in een laag van de Dinosaur Park Formation die dateert uit het late Campanien. Het bestaat uit een gedeeltelijk skelet zonder schedel. Het omvat een tand, een reeks van twee achterste halswervels, de complete reeks van drie borstwervels, tweeëntwintig ruggenwervels en vijf sacrale wervels, de voorste helft van twaalf uit de reeks staartwervels, nekribben, ribben, buikribben, het linkerschouderblad, beide ravenbeksbeenderen, het rechterdarmbeen, het rechterschaambeen en delen van een voorste linkervin waaronder het opperarmbeen en negen vingerkootjes en een achterste vin waaronder een scheenbeen. De elementen lagen niet in anatomisch verband. Het betreft vermoedelijk een jongvolwassen individu. Er zijn ook zesenzeventig gastrolieten aangetroffen.
Verschillende specimina zijn toegewezen. CMN 304–309/312–314 omvat zes halswervels, vijf ruggenwervels, beide opperarmbeenderen, epipodialia, mesopodalia, kootjes en andere fragmenten. CMN 9895 bestaat uit een rechterschaambeen en een stuk rechterzitbeen. CMN 51829 (eerder CMN 475r-z, ww, xx, yy, CMN 1079) uit elf halswervels, een ruggenwervel en een borstwervel of wellicht sacrale wervel. TMP 1979.008.0006/.0184/.0185 omvat een ruggenwervel en beide schaambeenderen. TMP 1980.031.0001/.0002 omvat zes halswervels, tien ruggenwervels, ribben, een schouderblad, een ravenbeksbeen, een darmbeen en elementen uit de ledematen. TMP 1998.068.0082 bestaat uit twee ruggenwervels. TMP 2009.037.0007 bestaat uit een rib, een buikrib en het linkeropperarmbeen.
Beschrijving
[bewerken | brontekst bewerken]Grootte en onderscheidende kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]Het holotype van Fluvionectes was ruim vijf meter lang. De schedel kan een voet lang zijn geweest. Specimen TMP 2009.037.0007 is van een groter individu, geschat op zeven meter lengte.
De beschrijvers gaven onderscheidende kenmerken aan. Drie ervan zijn autapomorfieën, unieke afgeleide eigenschappen. De boog van de sleutelbeenderen is boemerangvormig met een scherpe voorste tak, een bolle voorste buitenrand met een diepe inham aan beide zijden en een opvallende kiel op de onderzijde. Er zijn tweeëntwintig ruggenwervels. De voorste ruggenwervels hebben een inkeping op de onderzijde, wat verder van elasmosauriden onbekend is.
Verder is er een unieke combinatie van op zich niet unieke eigenschappen. De achterste halswervels staan verticaal hoog uit. Er zijn drie borstwervel. Er zijn vijf sacrale wervels. Het schouderblad heeft een langwerpige bovenste tak. Tussen de ravenbeksbeenderen ligt een open, niet omsloten, hartvormig venster. Het schaambeen heeft een inham aan de voorste buitenzijde. Het opperarmbeen heeft een extra facet aan de achterzijde van de lengteas voor contact met een extra onderarmelement.
Skelet
[bewerken | brontekst bewerken]De enige gevonden tand heeft een typisch elasmosauride vorm: zeer langwerpig, naar binnen gekromd en overdwars afgeplat. De buitenzijde is glad, de binnenzijde heeft lengterichels die tot het spits doorlopen.
Het aantal van tweeëntwintig ruggenwervels is hoog en wordt slechts overtroffen door Callawayasaurus (23) en Thalassomedon (25). Geen andere elasmosauride heeft er precies tweeëntwintig. Het aantal van vijf sacrale wervels is hoog en wordt gedeeld met Albertonectes en Hydrotherosaurus. Meestal zijn er vier, of nog vaker, drie.
Er zijn minstens zeven rijen gastralia.
De sleutelbeenderen zijn bij andere elasmosauriden hol van voren en hebben soms rechte zijtakken zodat een boemerangvorm ontbreekt. De interclavicula is volledig met de sleutelbeenderen versmolten zodat geen beennaad zichtbaar is. De ravenbeksbeenderen vormden vermoedelijk geen beenbalk met de sleutelbeenderen.
De extra epipodia in de onderarm zijn zeldzaam bij elasmosauriden, maar worden gedeeld met Kawanectes, Morenosaurus, Vegasaurus, en Wapuskanectes.
De inham in het schaaambeen is zeldzaam, maar wordt gedeeld met Callawayasaurus.
Fylogenie
[bewerken | brontekst bewerken]Fluvionectes werd in de Elasmosauridae, meer bepaald de Elasmosaurinae, in een clade met Albertonectes, Nakonanectes, Styxosaurus en Terminonatator.
Een cladistische analyse uit 2023 had de volgende uitkomst.
Elasmosauridae |
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Levenswijze
[bewerken | brontekst bewerken]Fluvionectes was een viseter. Glibberige prooien konden met de lange tanden gegrepen worden. De exemplaren zijn gevonden in zoetwater- of brakwaterafzettingen. Dat wijkt af van de typische habitat van elasmosauriden: de open zee. Het leefgebied stond wel met de zee in verbinding.
De, afgeronde, gastrolieten bestaan uit hoornsteen en kwartsiet dat kennelijk werd ingeslikt. Ze zijn gevonden bij de schoudergordel. Hun diameter ligt tussen de 5,1 millimeter tot 38,7 millimeter. De massa's variëren van 0,2 gram tot 15,4 gram, met een gemiddelde van 4,8 gram en een totale gecombineerde massa van 361,1 gram. De modus ligt onder de twee gram.
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- (en) Campbell, James A., Mitchell, Mark T., Ryan, Michael J., Anderson, Jason S. (11 februari 2021). A new elasmosaurid (Sauropterygia: Plesiosauria) from the non-marine to paralic Dinosaur Park Formation of southern Alberta, Canada. PeerJ 9: e10720. ISSN:2167-8359. PMID: 33614274. PMC: PMC7882142. DOI:10.7717/peerj.10720.