Filips II van Nassau-Wiesbaden
Filips II ‘der Jungherr’ | ||
---|---|---|
Het grafmonument voor Filips II ‘der Jungherr’ van Nassau-Wiesbaden in het Museum Wiesbaden
| ||
Graaf van Nassau-Wiesbaden-Idstein | ||
Regeerperiode | 1536–1566 | |
Mederegent | Filips I (tot 1554) Adolf IV (in Idstein 1554-1556) Balthasar (in Idstein vanaf 1564) | |
Voorganger | Filips I | |
Opvolger | Balthasar | |
Huis | Nassau-Wiesbaden-Idstein | |
Vader | Filips I van Nassau-Wiesbaden | |
Moeder | Adriana van Glymes | |
Geboren | 1516 | |
Gestorven | 3 januari 1566 Burcht Sonnenberg | |
Begraven | Mauritiuskerk, Wiesbaden | |
Religie | Katholiek, later Luthers | |
Wapen van de Walramse Linie |
Filips II van Nassau-Wiesbaden bijgenaamd ‘der Jungherr’ (1516[1][2][3] – Burcht Sonnenberg, 3 januari 1566[1][2][3][4]), Duits: Philipp II. Graf von Nassau-Wiesbaden, was graaf van Nassau-Wiesbaden, een deel van het graafschap Nassau. Hij stamt uit de Walramse Linie van het Huis Nassau.
Biografie
[bewerken | brontekst bewerken]Filips was de oudste zoon van graaf Filips I ‘der Altherr’ van Nassau-Wiesbaden en Adriana van Glymes,[1][2][3][4][5] de oudste dochter van Jan III van Glymes, heer van Bergen op Zoom en Adriana van Brimeu.[1][2] Filips kreeg zijn opleiding in de Nederlanden, waar hij ook zijn jeugd doorbracht.
Bestuur over het graafschap
[bewerken | brontekst bewerken]Filips werd in 1536 door zijn vader als mederegent aangesteld.[2][5] Ter onderscheid van zijn vader werd Filips ‘der Jungherr’ genoemd.
In 1554 verdeelde Filips ‘der Altherr’ zijn bezittingen tussen zijn twee oudste zoons. Filips ‘der Jungherr’ werd graaf van Nassau-Wiesbaden, en Adolf IV werd graaf van Nassau-Idstein.[6] Adolf overleed reeds in januari 1556, zijn broer Filips was zijn erfgenaam.[2][6]
In 1564 stond Filips het graafschap Nassau-Idstein af aan zijn jongste broer Balthasar.[2][4][6]
Invoering van de reformatie in het graafschap
[bewerken | brontekst bewerken]Filips ‘der Altherr’ had ten aanzien van de Reformatie een passieve houding aangenomen, wel bleef hij zijn hele leven katholiek. In Wiesbaden werd echter de reformatie reeds in 1543 ingevoerd. Het Klooster Klarenthal werd in 1553 ontbonden.
Op 26 juni 1553 deed Filips ‘der Jungherr’ de definitieve stap om de reformatie in Idstein door te zetten met de beroeping van een lutherse predikant. Op 20 juli 1553 vond het klooster te Idstein juridisch zijn einde als katholieke instelling, toen Filips de juridische en economische onafhankelijkheid van het klooster introk. Pas na de dood van zijn vader in 1558, voerde Filips, na de opheffing van het klooster, de reformatie in Idstein in.
Ook in Mosbach-Biebrich[noot 1] trachtte Filips de reformatie in te voeren, maar hier bleek de situatie gecompliceerder te zijn. Kerkrechtelijk behoorde de parochie Mosbach tot Klooster Eberbach in de Rheingau. Als beschermheer zette de abt van Eberbach de zittende pastoor in en bepaalde daarmee de religieuze (dus katholieke) oriëntering van de parochianen. Toen probeerde Filips echter de katholieke ceremonies te beëindigen door zich aan de in 1555 te Augsburg overeengekomen godsdienstvrede te conformeren: Ubi unus dominus, ibi una sit religio (waar één heer is, is er ook één religie), d.w.z. degene die de heerschappij in het land uitoefent, bepaalt ook de religieuze overtuiging van de onderdanen. Maar de abt van Eberbach kon zich daarmee niet verenigen. In het nu volgende geschil dreigde Filips de tienden van Mosbach in te houden. Toen gaf de abt toe, omdat het klooster van de inkomsten uit Mosbach afhankelijk was. De katholieke pastoor werd teruggetrokken en in 1560 kwam de eerste protestantse dominee naar Mosbach.[7]
Overlijden en opvolging
[bewerken | brontekst bewerken]Filips bleef ongehuwd. Hij overleed op 3 januari 1566 in zijn residentie Burcht Sonnenberg en werd begraven in de Mauritiuskerk te Wiesbaden. Deze kerk werd in 1850 door brand verwoest, het grafmonument voor Filips werd beschadigd maar bleef wel behouden. Het is thans onderdeel van de Oudheidkundige Collectie Hertogdom Nassau van het Museum Wiesbaden.
Filips werd opgevolgd door zijn broer Balthasar.
Buitenechtelijk kind
[bewerken | brontekst bewerken]Filips had één buitenechtelijk kind bij een onbekend gebleven vrouw:[1]
- Maria van Nassau, gehuwd met Valerius Boppard.
Voorouders
[bewerken | brontekst bewerken]Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- (de) Beschrijving en afbeelding van het grafmonument voor Filips ‘der Jungherr’ in: Deutsche Inschriften Online.
- (en) Nassau op: An Online Gotha, by Paul Theroff.
- (en) Nassau op: Medieval Lands. A prosopography of medieval European noble and royal families, compiled by Charles Cawley.
Voorganger: Filips I |
Graaf van Nassau-Wiesbaden-Idstein 1536–1566 |
Opvolger: Balthasar |
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Philipp II. von Nassau-Idstein op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- Dek, A.W.E. (1970). Genealogie van het Vorstenhuis Nassau. Europese Bibliotheek, Zaltbommel.
- (fr) Huberty, Michel, Giraud, Alain; Magdelaine, F. & B. (1981). l’Allemagne Dynastique. Tome III: Brunswick-Nassau-Schwarzbourg. Alain Giraud, Le Perreux.
- (de) Schwennicke, Detlev (1978). Europäische Stammtafeln. Stammtafeln zur Geschichte europäischen Staaten. Neue Folge. Band I. J.A. Stargardt, Marburg.
- Venne, J.M. van de, Stols, Alexander A.M. (1937). Geslachts-Register van het Vorstenhuis Nassau. A.A.M. Stols’ Uitgevers-Maatschappij, Maastricht.
- Vorsterman van Oyen, A.A. (1882). Het Vorstenhuis Oranje-Nassau. Van de vroegste tijden tot heden. A.W. Sijthoff en J.L. Beijers, Leiden en Utrecht.
Voetnoten
- ↑ Mosbach was ooit een zelfstandig dorp, dat later werd opgenomen in het stadje Biebrich. Biebrich bestond als een kleine zelfstandige stad tot het op 1 oktober 1926 werd opgenomen in Wiesbaden. Sindsdien wordt het stadsdeel Wiesbaden-Biebrich genoemd.
Referenties