Ernest Reyer
Ernest Reyer | ||||
---|---|---|---|---|
Louis-Étienne Ernest Rey,
beter bekend als Ernest Reyer | ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Louis-Étienne Ernest Rey | |||
Geboren | 1 december 1823 | |||
Geboorteplaats | Marseille | |||
Overleden | 15 januari 1909 | |||
Overlijdensplaats | Le Lavandou | |||
Land | Frankrijk | |||
Werk | ||||
Genre(s) | opera, symfonische muziek, HaFaBramuziek | |||
Beroep | componist, muziekcriticus | |||
(en) MusicBrainz-profiel | ||||
Handtekening | ||||
|
Louis-Étienne Ernest Rey gebruikte als componist het pseudoniem: Ernest Reyer, (Marseille, 1 december 1823 – Le Lavandou, 15 januari 1909) was een Frans componist en muziekcriticus.
Levensloop
[bewerken | brontekst bewerken]Reyers vader was niet blij met de wenst van zoon om muziek te studeren. Hij stuurde hem naar een familielid in Algiers, omdat hij van mening was, dat hij aldaar geen muziek kon studeren en in praktijk brengen. Hij bereikte het tegendeel, omdat Ernest de klankwereld van het Oriënt met zijn eigen weinige theoretische kennis gebruikte om zijn eerste compositiepogingen te ondernemen. In Algiers werd zelfs een mis voor een feestdag van hem uitgevoerd. Hij zette door en kwam terug naar Parijs, waar hij bij een tante Louise Farrenc woonde, die zelf componiste en pianolerares aan het conservatorium was. Zijn tante zag erop toe, dat hij met zijn compositiestudies vooruit kwam.
In Parijs kwam hij in contact met Félicien César David, die als eerste exotische elementen in de Franse muziek verwerkte. Hij maakte ook kennis met Gustave Flaubert, de chansonnier Dupont en Théophile Gautier.
Om te kunnen leven schreef hij kritieken en artikelen voor verschillende dagbladen en magazines. Vanaf 1866 was hij bibliothecaris aan de opera van Parijs.
In 1850 schreef hij een symfonisch koorlied Le Selam, dat in het Théâtre Italien in première ging. In 1854 schreef hij de muziek voor een opera in een bedrijf Maître Wolfram op een libretto van Joseph Mery en Théophile Gautier. Deze opera viel Hector Berlioz op. Hierop volgde het ballet Sacountalâ op een libretto van Théophile Gautier. Het werk werd 24 keer in 1860 uitgevoerd. In 1861 volgde zijn opéra comique in 3 aktes La Statue op een libretto van Michel Carré en Jules Barbier naar Duizend-en-één-nacht. Dit werk werd meer dan 60 maal uitgevoerd.
In 1862 werd hij benoemd tot Ridder in het Franse Legioen van Eer. In hetzelfde jaar ging zijn opera Erostrate in Baden-Baden in première. Op 11 november 1876 werd hij lid van de Académie des Beaux-Arts. Zijn hulde aan Richard Wagner is ongetwijfeld zijn opera Sigurd, die in 1884 in de Koninklijke Muntschouwburg te Brussel in première ging. Zijn grootste succes is ongetwijfeld de opera Salammbô, die in 1890 eveneens in Brussel van start ging.
Composities
[bewerken | brontekst bewerken]Werken voor orkest
[bewerken | brontekst bewerken]- Marche tzigane
Werken voor harmonieorkest
[bewerken | brontekst bewerken]- Salammbô, fantasie uit de opera
- Sigurd, selectie van de bekendste melodieën uit de opera
Muziektheater
[bewerken | brontekst bewerken]Opera's
[bewerken | brontekst bewerken]Voltooid in | titel | aktes | première | libretto |
---|---|---|---|---|
1854 | Maître Wolfram | 1 akte | 20 mei 1854, Parijs, Théâtre Lyrique | Joseph Méry, Théophile Gautier |
1861 | La Statue | 3 aktes | 11 april 1861, Parijs, Théâtre Lyrique | Michel Carré, Jules Barbier |
1862 | Erostrate | 2 aktes | augustus 1862, Baden-Baden | Joseph Méry, Emilio Pacini |
Au port | 1 bedrijf | niet uitgevoerd | Jules Ruelle, Gaston Escudieer | |
1883 | Sigurd | 4 aktes, 9 taferelen | 7 januari 1884, Brussel, Koninklijke Muntschouwburg | Camille du Locle, Alfred Blau |
1890 | Salammbô | 5 aktes | 10 februari 1890, Brussel, Koninklijke Muntschouwburg | Camille du Locle naar Gustave Flaubert |
Balletten
[bewerken | brontekst bewerken]Voltooid in | titel | aktes | première | libretto | choreografie |
---|---|---|---|---|---|
1858 | Sacountalâ | 2 aktes | 1858, Parijs | Théophile Gautier |
Werken voor koren
[bewerken | brontekst bewerken]- 1848 Chœur des buveurs et chœurs des assiégés
- 1850 Le Sélam, voor gemengd koor en orkest
- 1865 L'Hymne du Rhin - tekst: Joseph Méry
Vocale muziek
[bewerken | brontekst bewerken]- 1861 Chant des paysans (pour Les Volontaires de 1814) - tekst: V. Séjour
- 1874 La Madeleine au désert, uit het ballet Sacountalâ - tekst: Alfred Blau
- 1884 Tristesse - tekst: Ed. Blau
- 1892 L'Homme - tekst: G. Boyer
- Trois sonnets tekst: Camille du Locle
Publicaties
[bewerken | brontekst bewerken]- Quarante ans de musique, Publiees avec une preface et des notes par Emile Henriot, Paris: Calman-Levy, 1909, 433 p.
Bibliografie
[bewerken | brontekst bewerken]- Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziek encyclopedie, Haarlem: De Haan, 1979-1984, ISBN 978-90-228-4930-9
- François-Joseph Fétis: Biographie Universelle des Musiciens et bibliographie générale de la musique, Paris: Firmin-Didot et Cie., 1881-89, 8 vols. Supplement et complement. 2 vols. ISBN 2-845-75049-8; heruitgave 2006, Adamat Media Corporation, ISBN 0-543-98534-2 (paperback); ISBN 0-543-98533-4 (hardcover)
- Celsa Alonso González: La cancion lirica espanola en el siglo XIX, Madrid: Ediciones del Instituto Complutense de Ciencias Musicales (ICCMU) (Colección Música Hispana. Textos. Estudios / Madrid, 1998), 555 p., ISBN 978-84-89457-03-4
- Wolfgang Suppan, Armin Suppan: Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1994, ISBN 3-923058-07-1
- Paul E. Bierley, William H. Rehrig: The heritage encyclopedia of band music : composers and their music, Westerville, Ohio: Integrity Press, 1991, ISBN 0-918048-08-7
- Marie-Claire le Moigne-Mussat: Musique et société à Rennes aux XVIIIe et XIXe siècles, Genève: Editions Minkoff, 1988, 446 p., ISBN 2-8266-0541-0
- Theo Hirsbrunner: Ernest Reyer, ein Komponist zwischen Meyerbeer und Wagner, Wagnerliteratur - Wagnerforschung. Mainz 1985. S. 109-113.
- Georges Favre: Musiciens mediterraneens oublies, Paris: La Pensee Universelle, 1985. ISBN 978-2-214-06034-6
- Christian Doumet, Claude Pincet: Les musiciens français, Rennes: Editions Ouest France, 1982, 438 p.
- Stephane Wolff: L'opera au Palais Garnier (1875-1962) - Les oeuvres, les interpretes ..., Paris: L'Entr'acte, 1962, 565 p.
- Jean Godefroy-Demombynes: Histoire de la musique française, 1943, 431 p.
- L. Bethleem: Les opéras, les opéras-comiques et les operettes, Paris: Editions de la "Revue des Lectures", 1926, 573 p.
- F. Koritke: Ein Tonkünstlerheim auf dem Hochfeld. - Ernest Reyer a la Ferme Morel, 1864 - 1871, Elsassland. Lothringer Heimat.3, 1923, 367-368.
- Julien Tiersot: Un demi-siècle de musique française : entre deux guerres 1870-1917, Paris: Libraire Felix Alcan, 1918
- P. Suiter: Ernest Reyer [died] (1822-1909), Elsass-lotheringische Gesang- und Musikzeitung. 2, 1908/09, 86.
- Felix Clement: Les musiciens celebres depuis le seizieme siècle jusqu'a nos jours, Paris: Librairies Hachette, 1878
- Alexis Rostand: La musique à Marseille : essais de litterature et de critique musicales, Paris: Sandoz et Fischbacher, 1874, 256 p.
- Gustave Chouquet: Histoire de la musique dramatique en France depuis ses origines jusqu'a nos jours, Paris: Librairie Firmin Didot Freres, Fils et Gie, 1873