Ernest Chausson
Ernest Chausson | ||||
---|---|---|---|---|
Ernest Chausson
| ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Amédée-Ernest Chausson | |||
Geboren | 20 januari 1855 | |||
Geboorteplaats | Parijs | |||
Overleden | 10 juni 1899 | |||
Overlijdensplaats | Limay | |||
Land | Frankrijk | |||
Werk | ||||
Genre(s) | Klassiek | |||
Beroep | Componist, advocaat | |||
(en) AllMusic-profiel (en) Discogs-profiel (en) IMDb-profiel (en) MusicBrainz-profiel | ||||
|
Amédée-Ernest Chausson (Parijs, 20 januari 1855 – Limay, 10 juni 1899) was een Frans componist en advocaat. Hij geldt als een van de meest getalenteerde componisten van zijn tijd. Hij behoorde tot de "bande à Franck", de kring van componisten om César Franck, die na 1870 vernieuwing van de Franse muziek nastreefde.
Levensloop
[bewerken | brontekst bewerken]Jeugd en opleiding
[bewerken | brontekst bewerken]Als enig erfgenaam van zijn vader, na het overlijden van zijn twee broers, was Chausson een welgesteld man. Met zijn fortuin kon hij zijn huis volstouwen met de moderne kunst van zijn tijd. Zijn vader was aannemer geweest en had tijdens de prefectuur van Georges-Eugène Haussmann onder andere de grote Parijse boulevards aangelegd.
Chausson kreeg op 10-jarige leeftijd zijn eerste pianolessen van Cornélius Coster. Ook van Daniël de Lange heeft hij enige tijd les gehad. Een uitstekende algemene opleiding kreeg hij van Léon Brethous-Lafargue, die zijn interesse voor muziek, kunst en literatuur bevorderde. Hij bezocht met hem exposities en literaire kringen. Vanaf 1874 was Chausson regelmatig in de salon van Madame de Rayssac te vinden, waar hij muziek van Beethoven, Schubert en Schumann leerde kennen en soms ook zelf musiceerde.
Alhoewel hij grote artistieke talenten bezat, studeerde hij eerst rechten aan de Sorbonne. Na zijn wetenschappelijke promotie was hij vanaf 1877 enige tijd advocaat aan het Parijse Cour d'Appel. Vermoedelijk in 1878 ging hij compositie studeren bij Jules Massenet en sinds 1879 ook aan het Conservatoire de Paris. Hij wijdde zich sindsdien volledig aan de kunst. Na zijn vruchteloze mededinging om de Prix de Rome met zijn cantate L' Arabe stopte hij met zijn conservatoriumstudie, maar hij werd wel leerling van César Franck.
Artistieke ontwikkeling
[bewerken | brontekst bewerken]Zoals voor vele van zijn tijdgenoten was de muziek van Richard Wagner ook voor Chausson fascinerend. Omdat Wagners werken in Frankrijk uitsluitend concertant en maar fragmentarisch te horen waren, reisde hij in 1879 naar München, om Der Fliegende Holländer en Der Ring des Nibelungen, een jaar later Tristan und Isolde mee te beleven. In 1882 woonde hij de première van Parsifal in het Festspielhaus in Bayreuth bij. In 1889 was hij opnieuw in Bayreuth om Tristan und Isolde, Parsifal en Die Meistersinger von Nürnberg te horen.
Op 20 juni 1883 huwde Chausson de musicienne Jeanne Escudier. De huwelijksreis ging naar Bayreuth. Met het gezin van uiteindelijk vijf kinderen reisden ze 's zomers door Frankrijk of naar het buitenland. In Limay huurde hij een villa, de rest van het jaar brachten zij in Parijs door.
Omdat hij financieel onafhankelijk was, kon hij zich geheel richten op de muziek en zijn andere kunstzinnige interesses. In zijn 'Maison de Luzancy' aan de Parijse Boulevard de Courcelles was Chaussons salon, waar vele concerten werden gegeven, het trefpunt van de artistieke en geestelijke elite. Onder anderen waren te gast de kunstschilders Edgar Degas, Édouard Manet, Odilon Redon, Pierre-Auguste Renoir, de beeldhouwer Auguste Rodin, de schrijvers Stéphane Mallarmé, Maurice Maeterlinck, Camille Mauclair, André Gide, de componisten César Franck, Henri Duparc, Paul Dukas, Maurice Ravel en Charles–Marie Widor, de violist Eugène Ysaÿe (aan wie hij zijn Concert opus 21 en het befaamde Poème opus 25 opdroeg) en de pianist Alfred Cortot. Hij was bevriend met Vincent d'Indy, Charles Bordes, Claude Debussy en Emmanuel Chabrier.
Chausson was in 1871 mede-oprichter van de Societé Nationale de Musique met als doelstelling de bevordering van de Franse muziek. Van 1889 tot 1899 was hij secretaris. Soms fungeerde hij als dirigent of uitvoerend musicus bij de concerten. Samen met d'Indy zette hij zich ervoor in dat dit gezelschap voor buitenlandse componisten werd opengesteld. Dit leidde tot de breuk met Camille Saint-Saëns, die de schadelijke Duitse invloed op de Franse muziek vreesde en vanaf 1880 fel tegen het werk van Wagner polemiseerde.
Overlijden
[bewerken | brontekst bewerken]Chausson kwam in 1899 op 44-jarige leeftijd om het leven toen hij op zijn fiets van een heuvel afreed en tegen een muur botste. Hij werd begraven op Cimetière du Père-Lachaise. Hij liet diverse onvoltooide composities achter, waaronder een strijkkwartet waarvan de finale door d'Indy werd voltooid, en een (tweede) symfonie.
Stijl
[bewerken | brontekst bewerken]Chausson heeft zich in veel van zijn werken op de voorbeelden van César Franck en Richard Wagner georiënteerd. Vooral in de behandeling van de harmonie en de Leitmotiven, maar ook in kwesties van orkestratie, ging hij bij Wagner te rade en voor de cyclische vorm van zijn werken bij Franck. In de loop van zijn ontwikkeling als componist koos hij zijn eigen weg. Door zich te verdiepen in de oude Franse muziek van Rameau en Couperin streefde hij naar klaarheid en uitgewogen proporties in zijn werken.[1]
Composities
[bewerken | brontekst bewerken]Orkest
[bewerken | brontekst bewerken]Symfonieën
[bewerken | brontekst bewerken]- 1889-1890 Symfonie nr. 1 in Bes-groot, opus 20
- 1899 Symfonie nr. 2 (schetsen)
Overig
[bewerken | brontekst bewerken]- 1882 rev. 1887 Viviane, symfonisch gedicht over een legende van de ronde tafel voor orkest, opus 5
- 1886 Solitude dans les Bois, symfonisch gedicht, opus 10 (vernietigd)
- 1896 Poème, voor viool en orkest, opus 25
- 1897-1898 Soir de Fête, symfonisch gedicht, opus 32
Muziektheater
[bewerken | brontekst bewerken]Opera's
[bewerken | brontekst bewerken]Voltooid in | titel | aktes | première | libretto |
---|---|---|---|---|
1882-1884 | Les caprices de Marianne, opus 4 | 18 april 1885, Parijs Societé national de musique | Alfred de Musset | |
1883-1886 | Hélène, opus 7 | 2 aktes | Leconte de Lisle | |
1899 | Le Roi Arthus (Koning Arthus), opus 23 | 3 aktes | 30 november 1903, Brussel, Koninklijke Muntschouwburg | van de componist |
Toneelmuziek
[bewerken | brontekst bewerken]- Jeanne d'Arc, lyrische scène voor solisten en vrouwenkoor, opus 2
- 1888 La Tempête, voor dwarsfluit, viool, harp en celesta, opus 18 - tekst: William Shakespeare, Franse vertaling: Maurice Bouchor
- 1889 Les Oiseaux, voor dwarsfluit en harp - tekst: Aristophanes, «Les oiseaux (Vogels)»
- 1891 La Légende de Sainte Cécile, voor solisten, vrouwenkoor en kamerorkest, opus 22 - tekst: Maurice Bouchor
Vocale muziek
[bewerken | brontekst bewerken]Koor
[bewerken | brontekst bewerken]- 1879 La Veuve du Roi Basque, ballade voor solisten, gemengd koor en orkest - tekst: Léon Brethous-Lafargue
- 1879-1880 Hylas, voor solisten, gemengd koor en orkest - tekst: Leconte de Lisle
- 1881 L' Arabe, cantate voor tenor, mannenkoor en orkest
- 1881 Hymne à la Nature, voor gemengd koor en orkest - tekst: Armand Silvestre
- 1882-1890 rev. 1893 Poème de l'Amour et de la Mer, voor gemengd koor en orkest, opus 19
- 1883 Deux Motets, voor gemengd koor, viool en orgel, opus 6
- 1886 Hymne Védique, voor gemengd koor en orkest, opus 9 - tekst: Leconte de Lisle
- 1886 Trois Motets, voor gemengd koor, cello, harp en orgel, opus 12
- 1887 Chant Nuptial, voor vrouwenkoor a capella, opus 15 - tekst: Leconte de Lisle
- 1896-1897 Ballata / Canzoniere di Dante, voor gemengd koor a capella, opus 29
Solo
[bewerken | brontekst bewerken]- 1877 Lilas, voor zangstem en piano
- 1878 Deux Mélodies, voor zangstem en piano
- 1878 Le Petit Sentier, voor zangstem en piano
- 1879 L'Albatros, voor zangstem en piano
- 1879 O Salutaris, voor bas en orgel (of piano of harp)
- 1879 Le Rideau de Ma Voisine, voor zangstem en piano
- 1879-1882 Sept Mélodies, voor zangstem en piano
- Nanny - tekst: Leconte de Lisle
- Le charme - tekst: Armand Silvestre
- Les papillons - tekst: Théophile Gautier
- La dernière feuille - tekst: Théophile Gautier
- Sérénade italienne - tekst: Paul Bourget
- Hébé - tekst: Louise Ackermann
- Le Colibri tekst: Leconte de Lisle
- 1880 Esméralda, voor zangstem en orkest (twee versies) - tekst: Victor Hugo
- 1882 Nous Nous Aimerons, voor zangstem en piano
- 1882-1888 Quatre Mélodies, voor zangstem en piano, opus 8
- 1883 Deux Duets, voor twee zangstemmen en piano, opus 11
- 1883-1884 "Le Jugement de Pâris" uit de opera «Hélène», voor bariton en orkest
- 1884 Le Mort Maudit, voor zangstem en piano
- 1885 Chanson de Noces dans les Bois, voor twee sopranen en piano
- 1885-1887 Quatre Mélodies, voor zangstem en piano, opus 13
- Apaisement - tekst: Paul Verlaine
- Sérénade - tekst: Jean Lahor
- L'aveu - tekst: Villiers de L'Isle-Adam
- La Cigale - tekst: Leconte de Lisle, «Odes anacréontiques»
- 1887 La Caravane, voor zangstem en piano (of orkest), opus 14 - tekst: Théophile Gautier
- 1888 Chansons de Miarka, voor zangstem en piano, opus 17 - tekst: Jean Richepin
- 1888-1891 Trois Motets, opus 16
- Lauda Sion, voor zangstem, orgel en harp
- Benedictus, voor 2 sopranen en harp
- Pater Noster, voor zangstem en orgel
- 1890-1897 Chansons de Shakespeare, voor zangstem, vierstemmig vrouwenkoor en piano, opus 28
- 1891 Tantum Ergo, voor zangstem, orgel, viool en harp
- 1893-1896 Serres Chaudes, voor zangstem en piano, opus 24 - tekst: Maurice Maeterlinck
- 1896 Trois Lieder, voor zangstem en piano, opus 27 - tekst: Camille Mauclair
- 1896-1898 Deux Mélodies, voor zangstem en piano, opus 36
- 1897 Deux Duets, voor twee zangstemmen en orkest, opus 11 (bewerking van de componist)
- 1898 Pour un Arbre de Noël, voor zangstem en piano, opus 33
- 1898 Deux Poèmes, voor zangstem en piano, opus 34
- 1898 Chanson Perpétuelle, voor sopraan en orkest, opus 37 - tekst: Charles Cros
Kamermuziek
[bewerken | brontekst bewerken]- 1881 Trio in g-klein, voor piano, viool en cello, opus 3
- 1881 Andante et Allegro, voor klarinet en piano
- 1889-1891 Concert in D-groot, voor piano, viool en strijkkwartet, opus 21
- 1897 Pianokwartet in A-groot, opus 30
- 1897 Pièce, voor cello of altviool en piano, opus 39
- 1897 Concert, voor piano, hobo, altviool en strijkkwartet (schetsen)
- 1897-1899 Strijkkwartet in c-klein, opus 35 (onvoltooid, voltooid door Vincent d'Indy)
Solo-instrument
[bewerken | brontekst bewerken]Orgel
[bewerken | brontekst bewerken]- 1897 Vêpres pour le Commun des Vierges, opus 31
Piano
[bewerken | brontekst bewerken]- 1878 Sonatine in g-klein, voor piano vierhandig
- 1879 Sonatine in d-klein, voor piano vierhandig
- 1879-1880 Cinq Fantaisies, opus 1
- 1880 Sonatine in F-groot
- 1880-1881 Onze Fugues sur des Thèmes de Bach, Franck, Hasse, Massenet, Saint-Saëns
- 1884 Marche Militaire
- 1895 Paysage, opus 38
- 1896 Quelques Danses, opus 26
Bibliografie
[bewerken | brontekst bewerken]- Charles Oulmont: Musique de l'amour. I. Ernest Chausson et la «bande à Franck», coll. «Temps et visages» nouvelle série. Desclée de Brouwer et Cie, Brugge, 1935.
- Jean-Pierre Barricelli, Leo Weinstein: Ernest Chausson. The Composer's Life and Works. University of Oklahoma Press, Norman, Oklahoma, USA, 1955.
- Laurence Davies: César Franck and his circle. Barrie & Jenkins, Londen, 1970. Hoofdstuk VII A time of lilacs and roses, p. 177-201.
- Ralph Scott Grover: Ernest Chausson. The Man and His Music. Athlone Press, Londen, 1980. ISBN 0 485 11217 5
- Jean Gallois: Ernest Chausson. L'homme et son oeuvre, Seghers, Parijs, 1967. Tweede vermeerderde druk: Ernest Chausson. Fayard, Parijs, 1994. ISBN 9782213031996.
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- (fr) Biografie
- Bladmuziek van Ernest Chausson op de website van het International Music Score Library Project