Naar inhoud springen

De Beverpatroelje

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Beverpatroelje
La patrouille des Castors
De Beverpatroelje in het metrostation Janson in Charleroi
De Beverpatroelje in het metrostation Janson in Charleroi
(Stripomslag op en.wikipedia.org)
Land van oorsprong Vlag van België België
Oorspronkelijke taal Frans
Creatieteam
Schrijver(s) Jean-Michel Charlier (1954-1979)
Mitacq (1981-1987, 1993)
Marc Wasterlain (1989-1990)
Tekenaar(s) Mitacq (1954-1993)
Adolphe Tacq (1962-1964)
Publicatie
Uitgever Dupuis
Publicatie 30 albums
Publicatiemedia Tijdschriften
Stripalbums
Huidige status Inactief
Eerste publicatie Het geheim van Diepenbos (1954)
Laatste publicatie Bliksemsteen (1993)
Portaal  Portaalicoon   Strip
Straat in Brussel, genoemd naar De Beverpatroelje.
Stripmuur in Brussel.

De Beverpatroelje (originele titel: La patrouille des Castors) is een Belgische stripreeks getekend door Mitacq. De scenario's werden geschreven door Jean-Michel Charlier en later door Mitacq of Marc Wasterlain. Er verschenen in totaal 30 albums en enkele korte verhalen.

Deze stripreeks draait rond een groepje jongen van vijf scouts. Ze zijn allemaal tussen 13 en 16 jaar oud en worden in de reeks gewoonlijk met hun totemnamen aangesproken.[1][2] Oorspronkelijk was het een groepje van zes scouts, maar het zesde lid, Konijn, werd er na het eerste verhaal uitgeschreven omdat zes te veel was.[1] De personages hebben uiteenlopende persoonlijkheden, maar lossen samen problemen op in de gebieden die ze bezoeken of veroorzaken ze en lossen ze later op. Geleidelijk aan worden de scouts ouder, waardoor ze volwassener zijn in de latere strips.[2][3]

De Beverpatroelje was een brave strip. Ze beleefden hun avonturen enkel tijdens de schoolvakanties. Mitacq poogt met deze reeks om het ideaal van de padvinders bij zoveel mogelijk mensen bij te brengen: hulpvaardigheid, respect voor mens, dier, natuur, al het leven op aarde zonder onderscheid in ras of religie. Ook wordt geweld vermeden in deze reeks.[1] Sommige verhalen zijn politiek getint.[2]

Hieronder volgen de belangrijkste personages.[1][2]

  • Veulen (originele naam: Poulain), de oudste en de leider van de patroelje
  • Kat (originele naam: Chat), de dappere hulpleider
  • Valk (originele naam: Faucon), de intellectueel en speurneus
  • Tapir, de opvliegende grappenmaker en de grootste eter
  • Vlieg (originele naam: Mouche (laborieuse)), de jongste en de sluiper. Hij is 13 jaar, verlegen en snel bang, vooral in het donker. Hij wordt in het 2e en het 11e album ontvoerd.[4]

Publicatiegeschiedenis

[bewerken | brontekst bewerken]

Voorgeschiedenis

[bewerken | brontekst bewerken]

Veel stripauteurs zaten in hun jeugd in de scouts. Hierdoor tekenden verscheidene striptekenaars in hun vroege jaren strips over de scouts. Zo tekende Hergé in de jaren 20 de strip Totor, patrouilleleider van de Meikevers in Le Boy-scout belge. Franquin tekende in de jaren 40 bij verscheidene scoutsverenigingsbladen.[1] Ook Peyo tekende Le scout Puce in 1946. Jijé tekende tussen 1948 en 1950 een stripbiografie over Robert Baden-Powell, de oprichter van de scouts, in het stripblad Spirou/Robbedoes. De bekendste strip over scouting is echter deze stripreeks.[1]

Jean-Michel Charlier kwam in 1944 werken bij Spirou/Robbedoes waar hij oorspronkelijk de scenario's schreef van de reeksen Buck Danny en De verhalen van Oom Wim.[5] Tekenaar Mitacq zat in de scouts en schreef in de jaren 40 de strip Tam Tam voor enkele scoutsverenigingsbladen die later ook als album uitgegeven wordt. Vervolgens tekent hij voor verscheidene bladen waaronder Spirou/Robbedoes. In 1951 ging hij bij World Press van Georges Troisfontaines, waarna Mitacq enkele verhalen van De verhalen van Oom Wim illustreerde op scenario van Octave Joly.[6]

Charlier-Mitacq (1954-1979)

[bewerken | brontekst bewerken]

Begin jaren 50 bedachten de tekenaar Mitacq en Jean-Jacques Schellens, hoofdredacteur van een Franstalig scoutblad, een strip over een groepje scouts.[1] Vervolgens schreef Schellens een scenario van 20 pagina's.[7] Uitgeverij Dupuis weigerde echter het scenario. Uitgever Charles Dupuis zag echter in dat veel van de lezers van Spirou/Robbedoes aangesloten waren bij een scoutsvereniging. Dus liet hij Jean-Michel Charlier, ook een oud-scout[8], het scenario verder uitwerken, waarna Dupuis akkoord ging. Vervolgens verscheen De Beverpatroelje in 1954 in Spirou/Robbedoes geschreven door Charlier en getekend door Mitacq.[1] Het eerste verhaal verscheen op 25 november 1954.[7]

Vanaf het tweede album verscheen de strip met drie rijen per pagina in plaats van de gebruikelijke vier rijen. Toen Charlier het druk had met andere reeksen, wijdde ook Mitacq zich aan andere reeksen zoals Stany Derval.[6][7] Voor het tekenen van deze stripreeks kreeg Mitacq soms hulp van zijn broer Adolphe Tacq.[6] Adolphe Tacq deed voor vier strips tussen 1962 en 1964 het inkten en tekende het decor.[9] Er verschenen 22 strips in deze periode. Zowel de tekenstijl als de personages evolueerden door de jaren heen.

Mitacq (1981-1993)

[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf begin jaren 80 schreef Mitacq naast het tekenen ook de scenario's voor deze stripreeks.[1][6] Marc Wasterlain schreef wel nog twee verhalen van deze reeks.[10][11] Op 22 mei 1994 overleed Mitacq.[7] Hierna werd de reeks niet verder gezet. Er verschenen in deze periode 8 albums waardoor er in totaal 30 albums van deze reeks verschenen.

Charlier-Mitacq (1954-1979)

[bewerken | brontekst bewerken]
Nr.[12][13] Titel[12][14] Originele titel[13] Publicatiejaar Spirou[2][15] Uitgavejaar album[16]
1 Het geheim van Diepenbos Le mystère de Grosbois 1954-1955 1955
2 De vermiste padvinder Le disparu de Ker-Aven 1955-1956 1957
3 De onbekende uit villa Mysterie L'inconnu de la Villa Mystère 1956 1958
4 Op Mowgli's voetspoor Sur la piste de Mowgli 1956-1957 1959
5 De fles in de zee La bouteille à la mer 1957 1959
6 De tropee van Zwartheuvel Le trophée de Rochecombe 1958 1960
7 Het geheim van de verboden bergen Le secret des Monts Tabou 1959 1961
8 Het verzonken dorp Le hameau englouti 1959-1960 1961
9 De man met de donkere bril Le traître sans visage 1960 1962
10 De formule "N.N." Le signe indien 1961-1962 1963
11 De scharlaken wolven Les loups écarlates 1962-1963 1964
12 Het zigeunermes Menace en Camargue 1963 1965
13 De verborgen kroon La couronne cachée 1964 1965
14 De duivelsketel Le chaudron du diable 1964-1965 1966
15 De trip met de autobus L'autobus hanté 1965 1967
16 Het fantoom Le fantôme 1966-1967 1969
17 Dodenland Le pays de la mort 1971 1972
18 Duistere machten... Les démons de la nuit 1972 1973
19 Twintig miljard onder de aarde Vingt milliards sous la terre 1973-1974 1974
20 El Demonio El demonio 1975-1976 1977
21 Paspoort voor de andere wereld Passeport pour le néant 1978 1979
22 Op zee gevangen Prisonniers du large 1979-1980 1980

Mitacq (1981-1993)

[bewerken | brontekst bewerken]
Nr.[12][13] Titel[12][14] Originele titel[13] Publicatiejaar Spirou[2][15] Uitgavejaar album[16]
23 De keerzijde L'envers du décor 1981 1983
24 Souvenirs uit El Casino Souvenirs d'Elcasino 1983 1984
25 De afdruk[* 1] L'Empreinte 1984 1984
26 Het krabbeneiland L'île du crabe 1985 1986
27 Blokkade Blocus 1987 1987
28 Het galgeveld[* 2] Le calvaire du mort pendu 1989
29 Watersnood in Mesin Torrents sur Mesin 1990 1990
30 Bliksemsteen La pierre de foudre 1993 1993

Korte verhalen

[bewerken | brontekst bewerken]
Titel[17] Oorspronkelijke titel Aantal pagina's[2] Publicatiejaar Spirou[2] Publicatiejaar Risque-Tout[18]
De onzichtbare man L'homme invisible[18] 1956
Het ravijn in de duivelsvallei Le gouffre du val d'enfer[18] 1956
De Bevers schieten te hulp!... Les Castors à la rescousse[18] 1956
De totems Les totems[7] 1974[7]
Van de regen in de drup[15] Vacances goutte à goutte[2] 6 1979
De peetoom[15] Le parrain[2] 8 1980
Heb je nog lang werk[15] 1[15] 1983
De afdruk L’empreinte[2] 16[2] 1984
Titel[2] Aantal pagina's[2] Auteurs[2] Publicatiejaar Spirou[2]
Ce bon gros tapir 3 Zidrou, Herbé 2000

Integrale edities

[bewerken | brontekst bewerken]

Tussen 1989 en 1997 verscheen er een integrale reeks van 14 albums genaamd Tout Mitacq van het werk van tekenaar Mitacq.[19] Doordat Mitacq vooral deze hele reeks tekende verschenen er dus integrale albums van deze stripreeks tussen 1989 en 1996.[2][19]

Er verschenen tussen 2011 en 2016 een reeks van 8 integralen in het Frans.[12][13] Deze reeks wordt sinds 2014 vertaald in het Nederlands en telt anno 2021 zeven integralen, die de eerste 21 albums bevat.[12][20] De originele Franse integrale bevat per uitgave vier albums terwijl de Nederlandse vertaling elk drie albums bevat.

Na het succes van deze reeks bij Spirou/Robbedoes volgde bij het concurrerende stripblad Tintin/Kuifje als antwoord de stripreeks De avonturen van de 3L van Mittéï en André-Paul Duchâteau. Later zette hoofdredacteur Greg die reeks stop.[1] Ook verscheen er een parodie op deze stripreeks genaamd La patrouille des Zom in Spirou/Robbedoes getekend door de Mitacq op scenario's van Jacques Devos en Yvan Delporte.[7][21]

Onder invloed van De Beverpatroelje verschenen er steeds meer strips over scouts zoals De donderpadjes van Berck. In de jaren 80 verscheen De Libellenpatroelje van Yann en Marc Hardy op basis van deze stripreeks en Suske en Wiske. Ook kregen scouts gastoptredens in andere stripreeksen. Door het te brave karakter van die reeksen, verdween het genre geleidelijk aan.[1]

In 2003 kreeg De Beverpatroelje een stripmuur in Brussel.[22]

  • (fr) Pagina uit eerste verhaal, Bdoubliees.com