Naar inhoud springen

Amerikaanse presidentsverkiezingen 1800

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Amerikaanse
presidentsverkiezingen van 1800
Datum 31 oktober3 december 1800
Land Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Te verdelen zetels 70 van de 138
kiesmannen nodig
om te winnen
Opkomst 32,3%
Stemmen
Genomineerde Thomas Jefferson
Partij Democratisch-
Republikeinse Partij
Percentage
Kiesmannen
61,4%
73
Genomineerde John Adams
Partij Federalistische Partij
Percentage
Kiesmannen
38,6%
65
Resultaat
Nieuwe president Thomas Jefferson (DR)
Vorige president John Adams (F)
Begin regeerperiode Kabinet-Jefferson
Amerikaanse presidentsverkiezingen 1800
Opvolging verkiezingen
1796     1804
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Verenigde Staten

De Amerikaanse presidentsverkiezingen van 1800 resulteerden, na een lange twist, in een overwinning voor de uit Virginia afkomstige Thomas Jefferson. Aaron Burr werd tot vicepresident verkozen.

De verkiezingen van 1800 gingen, evenals die van vier jaar ervoor, tussen John Adams en Thomas Jefferson. De running mate van Jefferson was Aaron Burr. Net als in 1796 was de campagne er een van persoonlijke aanvallen en grote tegenstellingen tussen de Federalisten van zittend president Adams en de Democratisch-Republikeinen van Jefferson en Burr. De Federalisten werden als pro-Brits afgeschilderd, en de partij van Jefferson op haar beurt als te veel gelieerd aan de Franse Revolutie.

Binnenlands was de tegenstelling tussen beide partijen vooral merkbaar op het gebied van States-rights, de rechten van de individuele staten tegenover het centrale gezag in Washington. De Federalisten waren voor een sterke centrale regering, terwijl hun opponenten meer rechten aan de staten wilden voorbehouden.

Adams had tegenstand van zowel zijn politieke opponenten als van elementen in zijn eigen partij, met name de fractie die onder leiding van Alexander Hamilton stond.

Tijdens de verkiezingen was Adams vooral sterk uit de bus gekomen in het noordoosten van het land, zoals in New England, terwijl Jefferson vooral steun kreeg vanuit de zuidelijke en de nieuwere staten in het westen van het land.

Presidentskandidaten

[bewerken | brontekst bewerken]

Het kiessysteem in de Verenigde Staten bestaat er uit dat de kiezer niet direct de president kiest maar kiesmannen die het kiescollege vormen. Het is uiteindelijk het kiescollege waar de feitelijke stemming voor het presidentschap plaatsvindt.

Totdat in 1804 het 12e amendement op de grondwet werd aangenomen, bracht iedere kiesman twee stemmen uit, zonder specifiek te bepalen welke stem voor het presidentschap was en welke voor het vicepresidentschap. De kandidaat met het hoogste aantal stemmen en een meerderheid van het kiescollege, werd de president-elect, terwijl de daaropvolgende kandidaat met de meeste stemmen het vicepresidentschap veroverde.

Daar elke kiesman die voor Jefferson en diens running mate Burr had gekozen, ook daadwerkelijk zijn twee stemmen op deze twee kandidaten uitbracht, eindigden beiden met 73 stemmen in het Kiescollege. Het plan van de Democratisch-Republikeinen was om één kiesman niet voor Burr te laten stemmen, zodat Jefferson één stem meer zou krijgen en dus president zou worden. Dit plan mislukte, en beide kandidaten hadden evenveel stemmen. Door de gelijke stand in het kiescollege werd, zoals uitgestippeld in de Amerikaanse grondwet de knoop in het Huis van Afgevaardigden doorgehakt.

Het 12e amendement wijzigde deze procedure, zodat een kiesman duidelijk moest maken welke keuze hij voor de president, respectievelijk de vicepresident, maakte.

Beslissing in het Huis van Afgevaardigden

[bewerken | brontekst bewerken]

De gelijke stand tussen Jefferson en Burr leidde ertoe dat het Huis van Afgevaardigden de beslissing moest nemen in het voordeel van een van beide kandidaten. Onder de bepalingen van de grondwet stemden de delegaties van elke staat als één geheel en niet individueel. Er waren op dat moment 16 staten in de Unie en tijdens de eerste 35 stemronden in het Huis veroverde Jefferson telkens 8 staatsdelegaties, één te weinig voor een meerderheid.

Een van de leiders van de Federalisten, Alexander Hamilton, zette zich uiteindelijk in voor de keuze van Jefferson, die hij als een minder gevaarlijk man dan Burr kenschetste. Hierdoor zouden enkele Federalisten in het Huis hun steun omgooien naar Jefferson, die hierdoor in de 36e stemronde uiteindelijk 10 staten verkreeg, tegenover 4 staten voor Burr.

Kandidaat Partij Kiesmannen PercentageZie voetnoot
Thomas Jefferson Democratisch-Republikeinse Partij 73 52,9%
Aaron Burr Democratisch-Republikeinse Partij 73 52,9%
John Adams Federalistische Partij 65 47,1%
Charles Pinckney Federalistische Partij 64 46,4%
John Jay Federalistische Partij 1 0,7%
Totaal - 276 200%

Voetnoot: De percentages in deze kolom zijn gebaseerd op de twee stemmen die elke kiesman uitbracht en zijn daardoor bij elkaar opgeteld 200%.

Naam Thomas Jefferson John Adams
Partij Democratisch-Republikeinse Partij Federalistische Partij
Thuisstaat Virginia Massachusetts
Running mate Aaron Burr Charles Cotesworth Pinckney, John Jay
Kiesmannen 73 65
Gewonnen staten 8 7
Aantal stemmen 41,330 25,952
Percentage 61.4% 38.6%
[bewerken | brontekst bewerken]