Tammingaborg (Hornhuizen)
Tammingaborg | ||
---|---|---|
Tammingaborg te Hornhuizen, getekend in 19e eeuw
| ||
Locatie | Hornhuizen, Nederland | |
Algemeen | ||
Kasteeltype | borg | |
Gebouwd in | steenhuis: 14e eeuw herbouw: eind 15e eeuw uitbreidingen: 1542, eind 17e eeuw | |
Gebouwd door | Liudolph 'Liudo' Tamminga | |
Gesloopt in | 1803 | |
Bijzonderheden | grootste borg van Groningen in de 16e eeuw | |
De 'Tammingaborgh' onder 'Hoonhusen' op de kaart van Groningen van Joan Blaeu (1645)
|
De Tammingaborg was een borg uit de 14e eeuw bij het Groningse dorp Hornhuizen. De borg was ooit de grootste van de provincie en werd bewoond door een aantal adellijke geslachten. De borg en het borgstee zijn vrijwel geheel uit het landschap verdwenen.
Geschiedenis
De naam Tamminga komt te Hornhuizen het eerst voor in 1343 en 1344: ene Jarich en zijn zoons Liudolph of Liudo Tamminga (†1370) en Anteko Tamminga, destijds nog geen hoofdelingen. Liudo vocht onder andere mee in de Slag bij Warns en begon met de bouw van een steenhuis op het landgoed dat hij van zijn vader erfde. Zijn zoon Jarich Tamminga (†1410) bouwde het steenhuis verder uit. Jarich koos partij voor de Schieringers en was mogelijk betrokken bij het beroven van Hanzeschepen. In 1416 verdeelden Jarichs zonen Abel en Hidde Tamminga de boedel. Abel kreeg het 'Tammingehuis' te Hornhuizen met alle bijbehorende rechten, zoals het redgerrecht, dijkrecht en een kerkstoel. Hidde trouwde met Menneke van Ewsum en nam haar naam (Van Ewsma) aan. Abel Tamminga († 1428) was hoofdeling in De Marne en was getrouwd met Bawe Onsta. Hun zoon Onno (†1503) erfde Tamminga waar hij samen met zijn vrouw Emeke Asinga een nieuw huis liet bouwen. Zij hadden vier zonen: Abel, Abeke, Hoyke en Allert en twee dochters. Allert stierf in 1498 en heeft een bronzen grafzerk in de kerk van Hornhuizen. Abeke steunde de hertog van Saksen en de graaf van Oost-Friesland in de strijd tegen de stad Groningen. De stad wilde daarom de Tammingaborg met de grond gelijk maken, hetgeen Abekes zwagers Harmen (getrouwd met Bawe Tamminga) en Geert Lewe voorkwamen. In 1509 bezat Emeke naast de Tammingaborg ook de Asingaborg te Warffum. Deze borg verviel aan Hoyke.
Pas in 1542 slaagde Abel Tamminga met hulp van Abel Onsta erin de borg te verkrijgen ten koste van Geert Lewe. Abel startte direct met het uitbouwen van Tamminga, welke hiermee de grootste borg van Groningen werd. Abel was getrouwd met Hiddeke Trip en hun zoon Onno erfde de borg. Tussen 1580 en 1594 was de Tammingaborg een uitvalsbasis voor Spaanse soldaten. Onno was getrouwd met Teteke van Ewsum en ze hadden twee dochters: Hille en Anna. Hille Tamminga (†1620) en haar man Sicke van Dekema (†1625) erfden de borg al woonden ze later in Jellum. Lucia van Dekema (†1652), dochter van Sicke en Hille, woonde vervolgens met haar man Julius van Meckema (†1638) op Tamminga en zij hebben de borg verbouwd en vergroot. De borg kwam vervolgens in het bezit van hun dochter Luts van Meckema (†1670) en haar man Douwe Meckema van Aylva (†1665), grietman van Westdongeradeel. Daarna verviel de borg aan Douwes broer Scipio Meckema van Aylva (†1669) en zijn vrouw Lisch van Eysinga. De volgende erfgenamen waren Scipio's zoon Douwe Ernst van Aylva en zijn vrouw Tjemke van Heemstra. De borg kwam in handen van hun zoon Scipio Meckema van Aylva (†1732), welke ook op de Tammingaborg geboren was. Hij trouwde met Anna Wilhelmina von Inn- und Kniphausen van de Asingaborg te Ulrum en hij hertrouwde na haar dood met Anna Bouwina Tjarda van Starkenborgh. Anna Bouwina hertrouwde met de toenmalige dominee van Hornhuizen Johannes van Diemen.
Scipio's broer Hans Willem van Aylva (†1776) kocht de borg in 1732. Hij was luitenant-generaal en omwille van zijn beroep zal hij niet veel op Tamminga hebben gewoond. Hij compareerde niet op de landdag en hij zal dus geen rol van betekenis hebben in de politiek van Stad en Lande. Wel hebben hij en zijn vrouw Barbara van Camstra (†1732) een herenbank en een Statenbijbel nagelaten aan de kerk van Hornhuizen. Na zijn dood werden het huis en de inboedel geveild. Bij de borg hoorden het redgerrecht van Hornhuizen en het collatierecht van de kerken van Hornhuizen en Kloosterburen met gestoeltes en grafkelders in beide kerken. In 1778 werd de borg verpacht aan Coppen Jarges (†1792) en Anna Maria Hyma Juliana Lewe van Matenesse (†1792). Hun kinderen verkochten de onroerende goederen in 1798 aan Jan Carel Ferdinand van In- en Kniphuisen, die het op zijn beurt in 1802 alweer verkocht aan H.E. Noordhuis en anderen voor ƒ4800. Het huis werd waarschijnlijk in etappes afgebroken alvorens het omgrachte terrein in 1809 weer te koop werd gezet. In 1811 kwam het borgstee met bijbehorende rechten in het bezit van P. Durleu van de gelijknamige Tammingaborg te Bellingeweer, Winsum.
Ligging
Het borgstee bevond zich direct ten zuiden van Hornhuizen op het tweede perceel ten zuiden van het kerkhof van het dorp. De borg zelf stond zo'n 240 meter van de Breweelsterweg af, vlakbij de sloot die het eerste en het tweede perceel scheidt. Deze sloot is vrijwel het enige wat nog vaag een indicatie geeft voor het borgterrein. Het borgstee was ongeveer 170 meter bij 150 meter en omgeven door een gracht. De borg zelf was ongeveer 40 meter bij 30 meter en had een T-vorm door het smalle hoge deel aan de achterkant. De borg bevond op de uiterste noordoosthoek van het terrein en was zelf ook nog omgeven door een gracht.
Direct rechts van de borg stond het schathuis en net ten noorden van het schathuis was een ommuurd asgat. De borg had een oprijlaan naar de Breweelsterweg, maar ook een oud pad vanuit de richting van Grijssloot naar Hornhuizen liep vlak langs de borg. Later was de oprijlaan ingekort en kon het borgterrein alleen via de Bosjesweg bereikt worden. De Bosjesweg vertrok uit de bocht van de Borgweg. De Bosjesweg gold ook als weg naar een boerderij ten zuiden van het vroegere borgstee die de naam nog draagt: de Tammingaheerd.
Huidige situatie
De borg werd gesloopt in 1803 gesloopt. Het borgstee werd in 1848 nog gebruikt als boomgaard. Het bijbehorende schathuis werd later ook afgebroken. Lange tijd bleven de contouren van het borgstee zichtbaar in het landschap, maar in de jaren 90 zijn de grachten gedempt is het gehele terrein geëgaliseerd. De Tammingaheerd heeft een uitrit op de Breweelsterweg gekregen. Bij latere ruilverkaveling kreeg deze boerderij een uitrit naar de Breweelsterweg en was de Bosjesweg niet meer nodig. Daarnaast is ook het oude pad naar Hornhuizen dat langs het borgstee liep verdwenen.
Nalatenschap
Door het huwelijk van Hidde Tamminga met Mennecke van Ewsum bleef het geslacht Van Ewsum voortbestaan. Mennecke was enig kind van haar geslacht en zij trouwden onder voorwaarde dat hun kinderen de naam van Van Ewsum zouden aannemen. In het begin van de 15e eeuw voerde zowel Abel Tamminga als Hidde Tamminga niet het gebruikelijke Tamminga-Van Ewsum wapen (ene helft keel, andere helft goud een dwarsbalk van azuur), maar een stralende zon. Dit wapen kan een verwantschap tussen de familie Tamminga en familie Van Selwerd, welke ook dit symbool voerde. Toch is het wapen van de Tamminga's wel meegegaan naar de zo ontstane Van Ewsumtak. Dit wapen is onder andere opgenomen in de wapens van Marum, Roden en het nabijgelegen Kloosterburen.
Er herinneren nog wel een aantal straatnamen aan de bewoners van de Tammingaborg. Zo heet de hoofdstraat van Hornhuizen de Tammingastraat, die vervolgens overgaat in de Borgweg. In het nabijgelegen Kruisweg bestaan de straatnamen Lewestraat en Van Meckemastraat.
Zie ook
- Formsma WJ, Luitjens-Dijkveld Stol RA, Pathuis A. De Ommelander Borgen en Steenhuizen. Assen/Maastricht: Van Gorcum; 1987. p. 176.
- K. Tamminga - Familie Tamminga stamboom en geschiedenis.