tekenkaart
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Pronunciation
[edit]Etymology 1
[edit]From teek (“tick”) + -en- + kaart (“card”).
Noun
[edit]tekenkaart f (plural tekenkaarten, diminutive tekenkaartje n)
Etymology 2
[edit]From tekenen (“to draw”) + kaart (“card”).
Noun
[edit]tekenkaart f (plural tekenkaarten, diminutive tekenkaartje n)