Naar inhoud springen

hoe

Uit WikiWoordenboek
  • hoe

hoe

  1. vragend: op welke wijze?
    • Hoe ging hij naar zijn werk? 
  2. betrekkelijk: op welke wijze.
    • Ik weet niet hoe hij naar zijn werk ging. 
     Ik verbaasde me erover hoe een aantal jonge hikers buiten met de naderende storm omgingen.[2]

hoe

  1. (verouderd) wat
    • Hoe vreselijk is dit alles! 
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]
enkelvoud meervoud
hoe hoes

hoe

  1. hak
  2. schoffel

hoe

  1. roeiriem, roeispaan.

hoe

  1. roeiriem, roeispaan.