cameramens
Uiterlijk
- Geluid: cameramens (hulp, bestand)
- ca·me·ra·mens
- samenstelling van camera ww en mens zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cameramens | cameramensen |
verkleinwoord | cameramensje | cameramensjes |
de cameramens m
- (beroep) beroep waarbij het bedienen een video- en/of filmcamera centraal staat
- Om alles zo goed mogelijk in beeld te brengen, worden er in de zittingszaal enkele microfoons opgesteld. De cameramensen filmen vlak bij het beklaagdenbankje en de tafel van de rechter en het Openbaar Ministerie. Bij het einde van de trap naar de verdieping van het kasteel hangen de makers telkens een papier met de melding dat er opnames plaatsvinden. [1]
- diegene die de camera bedient
- Het woord cameramens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Gazet van Antwerpen 7 feb. 2020 De Rechtbank strijkt neer op de rechtbank